|
(669710) Gantvarg,Anatoli - Kromhout,Jannes
van Stigt Thans - Wageningen, 27-02-2016
1.32-28
17-21
2.37-32
21-26
3.41-37
[ Gantwarg is geen liefhebber van snelle ontwikkeling met 3.32-27
26x37
4.41x32
Hij houdt niet van tempi als hij gebonden is aan veld 27. ] 3...11-17
4.34-29
17-22
Deze zet wordt tegenwoordig veel gespeeld. Enig diepgaande strategische bedoeling zit er niet achter. Het geeft de witte lange vleugel 'support'. De alternatieven zijn ook niet echt bevredigend. 5.28x17
12x21
6.40-34
7-12
7.45-40
1-7
8.47-41
21-27
Wit dreigt de 'support' aan de lange vleugel te verzilveren via 32-27x28x32. Echter na deze hergroepering heeft hij ongeveer hetzelfde resultaat, maar zonder dat hij naar het veld 28 hoeft. [ Een meer strategische aanpak is 8...20-24
9.29x20
15x24
10.34-30
en er ontstaat een modern klassieke partij. ( Vanzelfsprekend is 10.32-27
21x32
11.37x28
26x37
12.41x32
niet bijzonder aantrekkelijk voor wit. Hij is gebonden aan veld 28, Heeft een overontwikkelde lange vleugel en de aanval over veld 29 moet van ver komen.) ] 9.31x22
18x27
10.32x21
26x17
11.37-32
13-18
12.41-37
9-13
13.37-31
4-9
14.46-41
7-11
15.41-37
19-23
Zwart is uitgespeeld. Hij staat twee tempi naar achteren. Hij kan zoals in de partij het centrum bezetten en doordat wit niet meer beschikt over de formatie 41,37,32 er blijven. Echter hij heeft diverse zwakten en problemen aan de vleugels. De formatie 6,11,17 doet weinig. De lange vleugel is overladen en niet eenvoudig netjes te ontwikkelen. Met name schijf 5 is een probleem geval. 16.31-27
Wit gaat af op het open veld 7. [ Na 16.35-30
14-19
17.40-35
heeft hij een sterke korte vleugel. Maar het is niet duidelijk wat ermee te doen. ] [ Speelbaar is 16.33-28
14-19
17.39-33
17-22
18.28x17
11x22
en wederom heeft wit last van overontwikkeling op de lange vleugel. ] 16...20-24
Zwart 'helpt' wit van zijn (overontwikkeling) problemen af. [ Zwart voelt kennelijk weinig voor het alternatief 16...2-7
17.35-30
14-19
18.40-35
20-24
19.29x20
15x24
20.33-29
24x33
21.38x29
10-14
22.30-24
19x30
23.34x25
23x34
24.39x30
en de overladen zwarte korte vleugel is een probleem. Vooral omdat hij tevens vier tempi naar achteren staat. Na 17-22 volgt vanzelfsprekend altijd 37-31 met een halve hekstelling. ] 17.29x20
15x24
18.50-45
24-29
19.33x24
23-28
20.32x23
18x20
21.35-30!
Zonder deze zet zouden beide spelers hetzelfde probleem hebben. t.w. een overladen korte vleugel. [ Na 21.39-33
20-24
staat zwart niet minder. Voor eventueel een klassiek gevecht zijn drie tempi naar achteren geen probleem. ] 21...14-19
[ Na 21...20-25
22.30-24
heeft wit een gezonde aanval. ] 22.38-32
Gantwarg laat de situatie onbeslist. [ Op 22.30-25
heeft zwart diverse zetten. Vermoedelijk is het rustige 10-14
gevolgd door 5-10-15 het beste. Wit wil spel tegen de zwarte lange vleugel, maar kan er niet goed bij. Het stuk op 27 maakt het buitengewoon lastig voor wit om in de aanval te gaan. Met de huidige tempoverhoudingen heeft zwart een sterke voorkeur voor gesloten klassiek. ( Na 22...19-23
23.25x14
10x19
geeft zwart zijn tegenstander het aanknopingspunt 23, terwijl de korte vleugel geen toekomst heeft door het blokkade stuk op 27.) ] 22...12-18
[ Na 22...20-25
23.40-35
( Het schema 23.30-24
19x30
24.40-35
is meer direct (simpel) dan nodig.) 23...19-23
24.39-33
heeft wit controle. ] 23.43-38
10-14
24.30-25
Wit besluit toch naar 25 te gaan. Hij heeft geen geschikte temporiserende zetten meer. [ Je kunt proberen de stand open te houden met 24.30-24
19x30
25.34x25
5-10
26.40-34
13-19
27.39-33
8-13
28.44-39
10-15
(28...2-8;
28...17-21)
] [ Na 24.39-33
20-25
is de opsluiting van de korte vleugel een probleem. ] 24...5-10
25.39-33
10-15
26.44-39
18-23
De bezetting van veld 23 is altijd een belangrijke beslissing. Het lijkt hier niet nodig. Wanneer je er eenmaal staat kun je niet terug. Terwijl als je er zou moeten zijn, dan kan het de volgende zetten ongetwijfeld ook nog. [ Na 26...8-12
27.49-43
2-8
moet wit een belangrijke beslissing nemen. Bv 28.37-31
20-24
29.34-29
17-21
30.29x20
15x24
31.39-34
(31.31-26
19-23
32.26x17
11x31
33.36x27
14-19
34.39-34
24-29
35.33x24
19x39
36.43x34
6-11)
31...24-29
32.33x24
19x39
33.43x34
21-26
34.32-28
26x37
35.42x31
11-17
is geen winnend plan voor wit. ] 27.49-43
8-12
28.34-29
Wit probeert de stand rechts open te houden i.v.m. de tempi en de zwakke zwarte formatie, 6,11,16,17. 23x34
29.40x29
17-21
Je moet wat. Vanzelfsprekend is dit geen echte verbetering van de zwarte stand. [ Na 29...20-24
30.29x20
15x24
31.39-34
24-29
32.33x24
19x39
33.43x34
heeft wit wat hij wil t.w. een open stand rechts en een tomeloos zwakke formatie, 6,11,16,17. ] [ Het lastigste voor wit lijkt mij 29...2-8
eventueel gevolgd door 12-18. ] 30.39-34
Vastnagelen van de zwarte lange vleugel. 12-18
31.45-40
2-8
32.40-35
19-23
33.33-28
13-19!
[ Na 33...14-19?
34.25x14
19x10
35.28x19
13x33
36.38x29
heeft wit alles wat zijn hart begeerd. Open stand rechts; Tempi; Een zwak stuk op 21 en daarachter op de korte vleugel nog wat additionele rommel. ] 34.27-22
Vanzelfsprekend kan wit niet zomaar berusten in gesloten klassiek via 20-24 op de volgende zet. Helaas gaat nu het bord leeg. Wit heeft zes tempi. Maar het stuk op 25 draagt veel 'tempi for nothing'. [ Na 34.28-22!?
9-13
(34...8-13
35.22-17
11x31
36.37x17
20-24
37.29x20
15x24)
35.22-17
11x31
36.37x17
3-9
37.34-30
23x34
38.30x39
8-12
39.17x8
13x2
is de situatie compleet omgedraaid. Zwart heeft tempi; Schijf 25 en 35 zijn zwak. Zwart heeft controle in het centrum. ] [ De klassieke positie 34.34-30
23x34
35.30x39
20-24
met drie tempi naar voren is geen pretje voor wit. ] 34...18x27
35.29x18
27-31
36.37x17
11x13
37.34-30
Wit zet de stand rechts vast en probeert er vervolgens links doorheen te komen. 8-12
38.32-27
Wit wil de controle links. Wanneer zwart erin zou slagen het tweepootje 16,21 neer te zetten en te handhaven, dan heeft wit niets. [ Bv 38.36-31
6-11
39.31-27
11-17
is volkomen in orde voor zwart. ] 38...13-18
39.42-37
20-24
40.37-31
18-23
41.38-32
14-20
Een barre aftocht. Maar het gevecht om veld 26 is niet te winnen voor zwart. [ Een klassiekje met twee vleugel controle voldoet niet aan de normale regels van het klassieke tempospel. Een normaal verloop zou zijn 41...6-11
42.43-38
9-13
43.31-26
11-17
(43...3-8
44.48-42
11-17
45.27-22)
44.27-22
3-8
45.22x11
16x7
46.26-21
en bij gebrek aan controle op de korte vleugel heeft zwart niets aan zijn 'klassieke tempovoordeel'. ] 42.25x14
19x10
43.30x19
[ Na 43.28x19
24x13
is de witte stand gespleten. Zowel de stukken 36 en 31 als 35 en 30 staan niet super. ] 43...23x14
44.43-38
14-19
45.27-21
Met grof geweld probeert wit er links doorheen te komen. Hij heeft acht tempi, maar de eigen verdediging rechts is minder dan die van zwart aan de andere kant. Tempi zijn dan niet altijd belangrijk. 16x27
46.32x21
9-13
47.48-43
Wit moet iets doen aan de tegenaanval 15-20-24-30x30. 15-20
48.43-39
20-25
49.38-33
19-24
50.39-34
10-14
51.31-26
14-19
52.21-16
3-9
53.34-29
Dit moet gezien worden als een remise aanbod. [ Na 53.36-31
13-18
54.31-27
9-13
gaat het witte centrum aan flarden. Wit kan zich alleen redden dank zij zijn tempi. ] 53...24-30
54.35x24
19x30
55.28-22
30-35
56.22-17
12x21
57.26x17
13-18
58.29-24
35-40
59.24-19
18-22
60.17x28
40-44
61.36-31
44-50
62.31-27
25-30
63.27-22
30-34
64.22-17
6-11
1-1
|