Terug en Home

 











(659916) van Aalten,Geert - Prinsen,Geert
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.34-29 19-23 2.40-34 14-19 3.45-40 10-14 4.32-28 23x32 5.37x28 5-10 Dit is een zet, die je alleen kunt spelen, als de hergroepering 28-23 en 29-24x32 niet erg is. Geert van Aalten is grootmeester. Dus de hergroepering is niet waarschijnlijk.
[ In geval van twijfel is er geen enkele reden om niet direct 5...17-22 6.28x17 11x22 te spelen. Ook dan ontstaat het partijverloop. ]
[ Nogal wat zwartspelers doen 5...18-23 6.29x18 12x32 7.38x27 en via 7-12 8.42-38 1-7 9.41-37 12-18 10.46-41 7-12 11.37-32 kan een Chizhov-vuist ontstaan. De naamgever weet er aanmerkelijke successen mee te boeken. Dat ligt m.i. meer aan de speelkracht van de betrokkenen, dan aan de stand. Zwart staat natuurlijk goed. Hij moet zich niet weg laten bluffen. ]
6.38-32 17-22 7.28x17 11x22 8.43-38 6-11 9.41-37 11-17 10.46-41 7-11 Deze zet wordt vaak gespeeld.
[ Het voor de hand liggende 10...19-23 heeft enigszins het bezwaar 11.35-30 20-25 12.40-35 14-19 13.30-24 19x30 14.35x24 met de dreiging 33-28. De ruil 13-19 15.24x13 8x19 16.48-43 15-20 is nog wel speelbaar, omdat het venijnig 31-27x27 beantwoord kan worden met 20-24x14. ]
11.31-27 Dit soort posities zijn allemaal familie van elkaar en kunnen ontstaan vanuit diverse openingen. Beide spelers hebben gedurende vele zetten een groot aantal mogelijkheden. Dit is er een van.
[ Een gangbare voortzetting is ook 11.48-43 1-6 (11...22-27) 12.50-45 2-7 (12...22-27) 13.31-26 16-21 14.32-28 (14.29-24) 14...19-23 15.28x19 14x23 16.35-30 (16.29-24) 16...10-14 17.30-24 en er ontstaat wildwest. Zwart heeft schijf 2 gespeeld. Mits behoedzaam voortgezet is dat een niet al te groot probleem. Bv 23-28 18.40-35 21-27 19.44-40 27-31 20.36x27 22x31 21.33x22 17x28 22.35-30 31-36 23.30-25 is een mogelijkheid. De computer is niet erg enthousiast over de zwarte stand. Er is enige gelijkenis met een overeenkomstige variant uit Keller opening, maar er zijn ook aanmerkelijke verschillen. ]
11...22x31 12.36x27 20-24 Zwart antwoordt symmetrisch. In de komende fase ontstaat een stelling, die ik zelf meerdere malen op het bord heb gehad in correspondentiepartijen vanuit totaal andere openingen. De stand is zeer dynamisch. Dat is meestal in het voordeel van de sterkere speler. In de betreffende partijen was ik dat. Steeds wist ik relatief eenvoudig te winnen. Maar dat was waarschijnlijk ook gelukt met gewisselde kleuren. Een 'slome' zet van de tegenstander is voldoende om de stand te laten uitslaan.
[ Een speelbaar idee is 12...2-7 gevolgd door 19-23. ]
13.29x20 15x24 14.49-43 2-7 15.37-31 De stand is symmetrisch. Wit heeft de voorzet. Dat is niet altijd een probleem. Voor sommige (aanvals) manoeuvres is het handig. De gespeelde zet is niet bijzonder dymamisch.
[ Er is geen reden om niet hetzelfde plan te spelen ingeleid met 15.41-36 ]
15...10-15 16.42-37 14-20 17.41-36 9-14 18.33-28 4-9 19.47-42 18-23 20.39-33 20-25 Deze zet lijkt niet erg effectief. Met de nazet hoef je je meestal geen zorgen te maken over de symmetrie. Hier is er twijfel. Maar deze zet blijkt niet de oplossing.
[ Zwart kan de symmetrie handhaven met 20...12-18 en wit moet als eerste een verplichtende zet spelen. De stand is opmerkelijk genoeg nooit voorgekomen. ]
21.44-39 12-18 22.50-45 14-20 23.34-29
[ Niet alle symmetrische stellingen zijn in het voordeel van de speler met de nazet. Bv 23.31-26 7-12 24.37-31 1-6 25.42-37 9-14 ( Een belangrijke kwestie is 25...17-21 26.26x17 12x21 27.27-22 18x27 28.31x22 24-29 29.33x24 20x29 en zwart dreigt met 29-33 af te wikkelen. Na 30.39-33 21-26 31.33x24 19x39 32.43x34 11-17 33.22x11 6x17 34.28x19 13x24 is er niet veel aan de hand.) 26.34-29 23x34 27.40x29 is erg goed voor wit, omdat 17-22x22 vanzelfsprekend niet in aanmerking komt. ]
23...23x34 24.40x29 19-23 25.28x30 25x23 26.31-26 7-12 27.37-31 9-14 28.35-30 1-6 29.30-25 14-19 30.25x14 19x10 31.45-40 10-14 32.39-34 14-19 33.40-35 3-9 34.33-28 Wit trekt aan de noodrem. Hij heeft vermoedelijk, vanwege de dreiging 9-14 en 23-28 weinig keus. 17-21 35.26x17 11x33 36.38x29 19-24 37.29x20 15x24 38.42-38 23-28 39.32x23 18x40 40.35x44 6-11 41.38-33 11-17 42.43-39 9-14 43.48-43 14-20 44.39-34 17-21 45.43-39 21x32
1-1












(659917) van Berkel,Anton - Linssen,Maarten
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.34-30 Dit is een van de vele mogelijkheden. Hij is bedoeld als begin van een grootschalige omsingeling. Alternatieven zijn:
[ 3.31-26 7-12 4.26x17 12x21 (4...11x22 5.37-31) 5.37-31 1-7 6.31-27 21x32 7.38x27 ]
[ 3.37-32 7-12 4.34-29 1-7 5.40-34 19-23 6.45-40 14-19 ]
3...7-12 4.40-34 Deze zet hoort erbij volgens Gantwarg. Vaak wordt daarna schijf 50 naar 40 gebracht gevolgd door 33-29. Wit hoopt zijn tegenstander te verleiden tot 20-25 en denkt aan het schema Gantwarg - N'Diaye.
[ De zet 4.30-25 is meer dan 800 keer gespeeld en hoort er dus eigenlijk niet bij. ]
4...21-26 Dit is een minder gebruikelijke zet. Iets vaker zie je 1-7, 19-23, 11-17 of 20-25. 5.45-40 11-17 6.30-25 Zwart is niet van plan om 19-23 te spelen. Dus wit moet afhaken. 6-11 7.31-27 2-7 8.37-31 26x37 9.41x32 De stand is nooit eerder voorgekomen.
[ In dit soort standen wordt ook wel eens 9.42x31 gespeeld met een soort Chizhov-vuist. Meestal heeft wit dan geen schijf op 25. ]
9...19-23 10.35-30 Wit provoceert zijn tegenstander tot het nemen van een grote tempowinst.
[ Iets zuiniger qua tempi is 10.50-45 14-19 11.25x14 9x20 12.46-41 etc. ]
10...14-19 11.25x14 9x20 12.30-25 19-24 13.25x14 10x19 14.46-41 4-9 15.33-28 5-10 16.41-37 10-14 17.39-33 1-6 18.43-39
[ 18.44-39? 24-30! 19.34x25 23-29 20.33x24 19x30 21.25x34 18-22 22.27x18 13x35 ]
[ Na 18.37-31 17-22 19.28x17 11x22 20.31-26 22x31 21.26x37 komt wit wel erg veel tempi achter. ]
18...17-22 19.28x17 11x31 20.36x27 12-17 21.47-41 17-22 22.41-36 22x31 23.36x27 Een verplichtende zet. Wit geeft het steunpunt 36 voorgoed op.
[ Na 23.37x26 heeft wit meer controle op de lange vleugel, maar is het lastig om de stand gesloten klassiek te houden. ]
23...8-12 24.49-43 14-20 25.33-29 24x33 26.39x28 7-11 27.50-45 20-24
[ 27...12-17? 28.28-22? ]
28.40-35 24-29
[ 28...12-17? 29.28-22 17x28 30.34-29 23x34 31.32x12 ]
[ Wat voorzichtiger is 28...9-14 29.34-30 12-17 (29...24-29 30.30-25 12-17 31.44-39 17-22 32.28x17 11x31 33.37x26 18-22 34.39-33) 30.44-39 17-22 31.28x17 11x31 32.37x26 6-11 ]
29.45-40 9-14 30.35-30
[ Na 30.44-39 heeft zwart 14-20 31.39-33 3-8 32.33x24 19x39 33.43x34 23-29 34.34x23 18x29 ]
30...15-20 Een nogal verplichtende zet.
[ Na 30...12-17 31.43-39 17-22 32.28x17 11x31 33.37x26 15-20 34.39-33 20-24 35.33-28 24x35 36.32-27 23x43 37.34x12 6-11 38.48x39 13-18 39.12x23 19x28 40.42-38 staat wit ook niet onaardig. ]
31.30-25 20-24 32.44-39 12-17 33.39-33 17-21
[ Geen vetpot is 33...17-22 34.28x17 11x31 35.37x26 18-22 36.26-21 16x27 37.32x21 en wit dreigt op allerlei manieren met 33-28 en 40-35. ]
34.37-31! 21-26
[ 34...3-8? 35.31-26! ]
35.43-39 26x37 36.42x31 3-8 37.31-26 8-12 38.48-43 11-17
[ Het geplande 38...12-17 kan niet doorgaan, omdat wit beschikt over 39.27-22 18x27 40.32x12 23x32 41.34x23! 19x28 42.38x27 met schijfwinst. ]
39.34-30 24x44 40.39x50 29-34 41.33-29 34-39 42.43x34 16-21 43.27x16 18-22 44.29x20 22x42 45.20-15 42-47 46.50-45 Ondanks twee stukken voor is het witte voordeel gering.
[ 46.15-10? 6-11 47.16x18 19-23 48.18x29 47x4 en het is remise, omdat de losse witte stukken te kwetsbaar zijn. ]
[ 46.32-28 47-36 47.34-29 36-4 48.16-11 4-36 49.11x22 36x45 ]
46...19-24 47.34-30 24x35 48.15-10 12-18 49.32-28 47-24 50.10-5 24-2 51.5-14 35-40 52.45x34 18-23 53.28x19 2x39 54.14-32 39-34
1-1












(659918) van den Brink,Pepijn - Heusdens,Ron
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.34-29 17-21 2.40-34 21-26 3.45-40 20-25 4.32-28 18-22 Dit schema speelt de zwartspeler regelmatig. Voor de hand ligt hierna een hekstellingpartij. Wit hoeft het niet echt te vrezen. 5.28x17 11x22 6.38-32 Dit is een van de twee in aanmerking komende zetten.
[ Vaker zie je 6.31-27 22x31 7.36x27 er kan dan volgen 15-20 8.33-28 19-24 9.39-33 6-11 10.44-39 11-17 met een interessante hekstelling. Zwart heeft een stuk teveel op de lange vleugel, maar wit heeft zich gebonden met 27. De uitkomst is daardoor moeilijk te voorspellen. ]
6...14-20 7.50-45 Wit hoeft de hekstelling niet te vrezen. Bijgevolg zijn dit soort zetten niet nodig.
[ Vaker wordt 7.43-38 gespeeld. Na 19-24 8.31-27 22x31 9.36x27 6-11 10.32-28 11-17 11.49-43 ontstaat een soortgelijke hekstelling. ]
7...10-14 8.42-38 Dit is de vaakst gespeelde zet.
[ Erg logisch is 8.43-38 19-24 9.31-27 22x31 10.36x27 met weer een andere variatie op de eerder genoemde hekstellingen. ]
8...19-24 9.47-42 12-18 Kennelijk voorbereiding of berekening. Zwart laat zijn tegenstander zich bevrijden. Deze bevrijding is vermoedelijk niet de beste kans van wit. Maar als grootmeester laat je hem toch liever niet toe.
[ Diverse spelers hebben hier 9...14-19!? gedaan. Na 10.31-27 22x31 11.36x27 heeft zwart ongemak aan de lange vleugel. Schijf 4 is teveel, maar niet op redelijke wijze te ontwikkelen. Na 5-10-14 ontstaat een poortje op 10. ]
10.34-30
[ De positie na 10.31-27 22x31 11.36x27 is 4 maal op het bord geweest. Hij is nooit uitgeslagen. Er dreigt 27-21, 35-30 en 29-24 met voordeel voor wit. Bijgevolg is 7-12 12.32-28 1-7 logisch. In de partij Andreiko ging het verder met 13.28-23 ( Het resultaat van 13.37-31 26x37 14.41x32 18-22 15.27x18 13x22 16.28x17 12x21 is alleszins bevredigend voor zwart. Het overtollige materiaal op de lange vleugel is verbrand.) 13...4-10 ( De breekactie 13...13-19 14.41-36 19x28 15.33x13 9x18 16.37-32 24x33 17.39x28 in een net iets andere setting genoemd bij de partij Wiersma - Gantwarg. Er ontstaat een ondoorgrondelijk speltype, dat niet niet slechter hoeft te zijn voor zwart.) 14.41-36 14-19 15.23x14 10x19 16.29-23 19x28 17.33x22 24-29 18.34x23 18x29 19.37-31 26x37 20.42x31 20-24= ]
10...25x23 11.33-28 22x33 12.39x30 7-12 13.44-39 6-11 14.32-28!? Standaardzet, die de witte ontwikkelproblemen niet echt oplost. Beter is wachten en spelen op de andere vleugel. Zodra er iets op voorbij komt op veld 23, kan de witte lange vleugel ontwikkelen via de dubbele ruil 32-28x28x32.
[ Bv 14.30-25 20-24 (of?) 15.40-34 11-17 16.34-30 en zwart heeft een probleem. Geen van de zetten 14-20, 5-10x23 of 13-19 is een echte oplossing. ]
14...11-17 15.37-32 26x37 16.42x31 14-19 17.41-37 18-23 18.39-33 20-24 19.31-27 17-21 20.30-25 5-10 Bluf !? 21.37-31!?
[ De zet waar het hier om gaat is de tussenloop 21.25-20 en laten slaan is niet aantrekkelijk voor zwart. Na 24-30 22.35x24 19x30 23.28x19 15x24 24.33-28 24-29 25.46-41 13x24 26.40-34 29x40 27.45x25 heeft wit lelijke bindingen op de lange vleugel en nogal wat tempi. Het open houden van de stelling is niet eenvoudig bij ontstentenis van breekformaties op de korte vleugel. ]
21...10-14 22.46-41 Een erg verplichtende zet.
[ De klassieke stand na 22.31-26 13-18 23.26x17 12x21 stemt eveneens niet tot blijdschap. ]
22...21-26 23.41-37 2-7 24.43-39 12-18 25.39-34 7-12 26.34-30
[ De breekactie 26.34-29 23x34 27.40x20 15x24 28.27-22 18x27 29.31x22 12-18 30.32-27 18-23 31.38-32 8-12 is ook hoogst bedenkelijk. ]
26...14-20
[ In aanmerking komt 26...24-29 27.33x24 14-20 28.25x14 9x29 29.48-43 1-7 en de dreiging 38-33; 30-24; 27-21 is onschadelijk gemaakt. Interessant is 30.40-34 29x40 31.35x44 4-9 32.38-33 15-20 33.44-39= ]
27.25x14 9x20 28.49-43
[ De achterloop 28.30-25 4-9 29.25x14 9x20 30.49-43 1-7 31.43-39 3-9 geeft wit een hoogst onplezierige stelling. ]
28...20-25 29.27-22 25x34 30.40x20 15x24 31.45-40 18x27 32.31x22 1-7
[ Een alternatief is 32...12-18 33.22-17 16-21 34.17-12 8x17 35.37-31 26x37 36.32x41 23x32 37.38x16 met groot voordeel voor zwart. Maar wit kan het wellicht houden. ]
33.37-31* 26x37 34.32x41 23x32 35.38x27 19-23 36.43-39* 23-28 37.22-18 13x31 38.36x27 7-11 39.33x22 12-17?! Verbrandt de schepen achter zich. Met andere zetten kan zwart aanmerkelijk positievoordeel behouden. 40.22-18 17-22 Een zeer opmerkelijke zet. Het begin van een bizar eindspel. Zwart heeft er geruime tijd over nagedacht.
[ Na 40...17-21 41.27-22 11-17 42.22x11 16x7 43.39-33 3-9 44.40-34 krijgt zwart het stuk niet binnen. ]
[ Op 40...4-9 41.41-37 heeft wit plakkers. ]
41.18-13 22x31 42.13x2 31-36 43.2x30 36x47 44.30-19 16-21 45.35-30 Er is een merkwaardig eindspel ontstaan. Op het eerste gezicht lijkt zwart helemaal niets te hebben. Maar hij heeft op termijn wel vangstellingen om de witspeler van de lange lijn te verdrijven. Kingsrow gelooft er ook niks van...
[ De gespeelde zet geeft ook geen uitslag, maar Kingsrow geeft de voorkeur aan 45.39-34 ]
45...21-27 46.30-25? Geen beste zet. Schijf 25 wordt onderdeel van een bijzonder hinderlijke vangdreiging.
[ Kingsrow geeft 46.19-37 11-16 47.40-35 3-9 48.37-26 ( Na 48.30-25? 4-10 49.37x5 9-14 50.5x21 16x27 komt wit niet meer over beide tussenliggende linies naar een reddende dam.) 48...27-32 49.48-43 en het staat ongeveer gelijk. ]
46...11-16 47.40-34
[ 47.19-37 3-9 48.37-26 47-15 (48...27-32) 49.39-34 27-32 50.48-43 9-14 51.26-31 16-21 52.31-13 en volgens Kingsrow is de witte stand slecht maar nog lang niet reddeloos. ]
47...27-31 Deze zet wordt ook door Kingsrow gespeeld.
[ Na 47...3-9 48.19-8 47-41 (48...27-31 49.8-19) 49.8-21 27-31 50.21-3 9-13 51.3-9 31-36 52.9x18 41-19 heeft zwart weliswaar een doortocht naar een tweede dam, maar de resulterende positie is niet meer gewonnen. ]
48.19-23 31-36 49.34-30 3-8 50.23-41?? Na andere zetten is de stand nog hoogst onduidelijk. De dreiging met damoffer op 10 gevolgd door 30-24x14 komt er wellicht in. Ook is niet helemaal duidelijk hoe een effectieve vangstelling gecreeerd moet worden. Moet schijf 4 er ook bijgehaald worden ?
0-2












(659919) Slump,Jitse - Krajenbrink,Johan
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 20-25 2.33-29 17-22 3.28x17 11x22 Dit is een bekend schema. De stand uit de partij Hoekman - Chub kan ontstaan. Tegenwoordig wordt deze als beter voor zwart beoordeeld. Er zijn een reeks gedenkwaardige correspondentiedampartijen geweest, die aan de gezondheid van de witte stand doen twijfelen. 4.37-32 19-23!? Een typische Krajenbrinkzet. Hij laat de vereenvoudiging 32-28 en 34-30x28 gewoon toe.
[ Het schema Hoekman - Chub kan op het bord komen na logische opbouwzetten als 4...14-20 gevolgd door 10-14, 5-10, 6-11-17 etc. ]
5.41-37?
[ De stand na 5.32-28 22x24 6.34-30 25x34 7.39x28 is een ramp voor een grootmeester. Wit hoeft de eerste twintig zetten niet meer te denken. het is puur een kwestie van aanschuiven. ]
[ Wanneer je iets wilt met wit, dan moet het komen van het alerte 5.39-33 en het schema Hoekman - Chub kan weer op het bord komen. Maar wellicht heeft wit dank zij het ontijdige stuk op 23 beter. ]
5...13-19! 6.46-41 6-11 7.38-33 (of?) 11-17 8.42-38 9-13 9.48-42 15-20 10.32-28
[ Een aardig idee is wellicht 10.35-30!? 3-9 11.32-28 23x32 12.37x28 19-23 13.28x19 13x35 14.29-23 18x29 15.33x15 Maar de richting van de witte stand is verdacht. Het materiaal op de korte vleugel doet niets. Er is geen kroonschijf en de lange vleugel kan het gevecht met de vijandelijke korte vleugel nooit winnen. ]
10...23x32 11.37x28 19-23 12.28x19 14x23 13.35-30 Standaardzet. Hij helpt echter weinig. Wat je ook doet de korte vleugel blijft overladen.
[ De klassieke stand na 13.33-28 22x24 14.34-30 25x34 15.39x28 is verdacht voor wit. Het ontbreken van de kroonschijf is een ernstig gemis. ]
13...10-15 14.40-35
[ De onverschrokken zet 14.30-24 ziet er wat bedenkelijk uit. Zwart heeft ondermeer 17-21 ]
14...5-10 Een typische Krajenbrinkzet. Hij laat zijn tegenstander (tijdelijk) met de schrik wegkomen.
[ Na 14...13-19 15.30-24 19x30 16.35x24 is de witte stand minder verschrikkelijk als zonet, omdat er een overtollig stuk van de korte vleugel verbrand is. Op 4-9 is 17.45-40 mogelijk, omdat het slagje 25-30 ( Op 17...8-13 heeft wit diverse zetten. Niet goed is 18.38-32? 22-27 19.31x11 12-17 20.11x22 18x38 21.43x32 16-21 22.29x18 20x27 met schijfwinst voor zwart.) 18.34x14 23x45 faalt op 19.24-20 15x24 20.14-10 5x14 21.44-40 45x34 22.39x10 ]
15.33-28 22x24 16.30x28 4-9 17.41-37 17-22 18.28x17 12x21 19.39-33 21-26 20.44-39 7-12 21.38-32 12-17 22.42-38 Altijd een lastige beslissing t.w. opbouwen vanuit 47 of 49.
[ De computer wijst op 22.31-27 om het vraagstuk naar de toekomst te verschuiven. ]
22...1-7 23.50-44 7-12 24.31-27 10-14 25.27-21!? Wit slaat op de vlucht.
[ Beter lijkt 25.33-28 17-22 26.28x17 12x21 27.38-33 en de computer ziet het probleem niet helemaal. Misschien heeft hij gelijk. Zwart staat zes tempi naar voren. Dat is niet prettig voor een gesloten klassiek gevecht. In een gesloten klassieke positie is de achtergebleven schijf op 36 zelden een probleem. ]
25...16x27 26.32x21 17-22 27.21-16 2-7 28.47-42 14-19 29.33-28
[ Het bezwaar van 29.37-32 is 26-31 30.36x27 22x31 31.42-37 31x42 32.38x47 25-30 33.34x23 18x27 met een bedenkelijke stand voor wit. ]
29...22x33 30.39x28 12-17 31.37-32!?
[ Beter is wellicht de opbouw met 31.38-32 en de computer kijkt eigenlijk geen moment naar 20-24 32.44-39 18-22 (32...8-12 33.34-30 25x34 34.39x30) 33.16-11 22x44 34.11x2 9-14 35.49x40 26-31 36.36x27 24-30 37.35x24 19x48 38.27-22 17x28 39.32x23= ]
[ Na 31.44-39 18-22 32.49-44 ( De afwikkeling 32.16-11 22x44 33.11x2 20-24 34.49x40 24-30 35.35x24 19x48 is nu aanmerkelijk goedkoper voor zwart.) 32...22x33 33.39x28 houdt wit een gammel klassiek centrum. ]
31...8-12 32.44-39 3-8 33.42-37 19-24 34.34-30 25x34 35.39x19 13x24 36.43-39
[ De opbouw 36.45-40 20-25 37.40-34 9-14 38.38-33 is niet eenvoudig te weerleggen door zwart. Klassiek verderspelen met 14-19 39.43-38 8-13 40.34-29 25-30 41.29x20 15x24 42.49-43 30-34 43.43-39 34x43 44.38x49 lijkt de beste kans. ]
36...20-25 37.39-34 9-14 38.49-43 14-19 39.36-31 8-13 40.43-39 18-22 41.16-11?! Wit heeft diverse mogelijkheden. Dit lijkt op het eerste gezicht een merkwaardige voortzetting, die niet goed zou moeten kunnen zijn. Na de partij werd hij door de zwartspeler als de beste kans betiteld.
[ Op 41.28-23 19x28 42.32x23 gaat het om 24-29 43.23-19 13x24 44.34x23 22-27 45.31x2 12-17 46.2x30 25x41 met een ramp. Wit moet immers op de volgende zet schijf 16 offeren, terwijl zwart nog de 'reservedam' 26 heeft. ]
[ Na 41.38-33 13-18 is Leiden in last. ]
41...22x44 42.11x2 44-50 43.31-27
[ Het afspel 43.38-33 50x36 44.32-27 36x40 45.35x44 is volgens Flits nog wel wat. Kingsrow ziet er niets in. Deze gaat verder met 12-18 gevolgd door 17-22-27-31. ]
[ In het kader de onderstaande damafname eruit te halen, kun je kijken naar 43.32-27 ]
43...13-18 Kingsrow kiest ook voor deze zet.
[ Flits wijst op 43...17-21 44.27x16 19-23 45.2x30 23-29 46.34x23 25x34 met een somber afspel voor wit. ]
44.2-16 19-23
[ Kingsrows wijst op 44...50-22
A) Na het zuinige 45.27-21 gaat zwart verder met 15-20 en wint meer materiaal.
B) De damafname 45.38-33 22x40 46.45x34 is kansloos: 17-22 (46...18-22) ]
45.27-21 17-22?
[ Heel erg is 45...23-28 46.32x23 18x40 47.45x34 50-22 en zwart wint vanzelf meer materiaal. ]
[ Kingsrow komt met 45...24-29 46.45-40 17-22 47.35-30 26x17 48.38-33 29x27 49.16x14 ]
46.37-31 26x28 47.34-30 25x34 48.38-32 28x37 49.21-17
1-1












(659920) Lagoda,Yuriy - Gantvarg,Anatoli
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 17-21 2.37-32 21-26 Respect... Zwart werkt aan een 'slow game'. Avonturen ingeleid met 11-17 leiden zelden tot resultaat tegen een speler van dit kaliber. 3.41-37 Dit is meer dan 5000 keer gespeeld en zeker geen onredelijke voortzetting.
[ Een totaal ander idee is 3.32-27 26x37 4.41x32 en wit heeft een mooi, maar wat overontwikkelde lange vleugel (2500). Schijf 27 werkt erg belemmerend op het verzilveren van de gewonnen tempi. Het moge duidelijk zijn, dat als deze stand ontstaat na 16-21-26 het oplossen van schijf 16 een wereld van verschil maakt. ]
3...11-17 Ruim 3000 keer gespeeld.
[ Het alternatief 3...16-21 heeft het bezwaar, dat de hergroepering 4.31-27 11-16 5.27-22 18x27 6.28-23 19x28 7.33x31 wordt uitgelokt. Dat is niet echt een ramp. Maar scherp spel is voorlopig niet meer aan de orde. ]
4.34-29 18-22 Wit dreigt met de hergroepering 29-23. Sommige spelers laten het toe. Anderen niet. Sommige spelers nemen het als ze de kans krijgen. Scherp spel is dan geruime tijd niet meer aan de orde. De gespeelde zet is een redelijke zet, maar niet meer dan dat. Het is de vierde zet in populariteit. Elk andere denkbare zet wordt gespeeld.
[ De meeste partijen gaan verder met 4...17-21 (344 op 1700). Bv 5.40-34 gevolgd 45-40. Zwart heeft dan niet het laatste 'redelijke' tempo en moet een of andere vervlakkende ruil toelaten. ]
5.40-34 13-18 6.45-40 9-13 7.50-45 In dit soort standen wordt deze zet het vaakst gespeeld. Nu of op een later moment gaat daarna de keuze tussen 29-23 en 29-24. Hetzelfde zie je met gewisselde kleuren. Maar daar heeft wit het extra probleem, dat hij een zet naar voren staat en eerder verplichtende zetten moet produceren. 7-11 8.29-24 Dit geldt als de voorzichtige voortzetting.
[ Interessanter is 8.29-23 18x29 9.34x23 en het gaat om 17-21! 10.28x17 19x28 11.32x23 11x22 met aanval versus verdediging. Schijf 23 is kwetsbaar, maar kan uitgroeien tot een echt centrum. Ook hier maakt het verschil voor de omsingelaar of je een tempo naar voren staat, zoals het geval is in de stand met gewisselde kleuren. Zwart heeft daardoor zeker twee keer zoveel mogelijkheden. ]
8...20x29 9.34x23 Een minder vaak gespeelde slag. Wit eindigt nu op veld 24 en 29. Dat geeft bindingen, die de zwarte omsingeling begunstigen. Gantwarg is geen voorstander van dit soort opstellingen t.w. wel een voorpost op 24 en geen passieve schijf van zwart op veld 25.
[ Vaker zie je 9.33x24 22x33 10.38x29 19x30 en wit moet kiezen uit de slag naar 24 en 25. Elk heeft zijn voors en tegens. Met gewisselde kleuren staat schijf 3 soms al op 9. Dan is de slag naar de rand niet onredelijk. ]
9...18x29 10.33x24 22x33 11.38x29 Dit is normaal.
[ De slag 11.39x28 19x30 12.35x24 is een keertje gespeeld door Wirny. Hij verloor ermee. Dat had overigens weinig te maken met de opening en meer met het vervolg. ]
11...19x30 12.35x24 3-9 Een ongewone zet. De stand is 8 keer voorgekomen. Dit moet ondermeer gezien worden als een voorbereiding tot de stormloop tegen schijf 24. Zwart heeft als secondair plan de ruil 17-22 gevolgd door 13-19x19 om het tempovoordeel naar zich toe te trekken. Dat thema zag je ook in mijn partij Gerard Jansen. 13.42-38 Wit begint behoedzaam met het versterken van zijn centrum. Na direct 32-28 kan zwart te gemakkelijk tempi pakken met 17-22 en 13-19. 1-7 14.38-33 14-20 Anatoli schakelt over naar de aanval tegen schijf 24. Zolang wit niet op veld 28 speelt is het plan met 17-22 en 13-19 moeilijk uitvoerbaar. 15.43-38 10-14 16.47-42 5-10 17.32-28 Deze stand is eerder voorgekomen in de partij Herman Meijer - Sijbrands. Zwart won. Het ziet er niet uit voor zwart. Maar het was desondanks niet eenvoudig voor wit. Het betreden van veld 28 is eigenlijk niet wat je wilt met wit. Maar andere zetten zijn nogal verplichtend. Je kunt kijken naar 46-41, 49-43, 31-27, 48-43 en 40-34.
[ De computer komt met 17.33-28 dan heeft zwart 13-19 gevolgd door 17-22 op de volgende zet. Niet zo goed is 17-22 18.28x17 11x22 19.31-27! 22x31 20.36x27 omdat wit op 12-18 of 13-18 beschikt over de terugtocht 29-23. ]
17...17-22 18.28x17 11x22 19.33-28 Dit fasciliteert de herhaalde stormloop tegen schijf 24.
[ In de partij Meijer - Sijbrands ging het verder met 19.38-32 12-18 20.42-38 16-21 21.48-42 22-27 22.31x22 18x27 23.49-43 (23.32-28 26-31 24.37x17 8-12 25.17x19 14x23) 23...6-11 24.32-28 11-16 25.37-32 7-12 26.42-37 (26.46-41) 26...20-25 27.39-34 14-19 28.43-39 19x30 29.40-35 10-14 30.35x24 14-20 31.45-40 (31.28-23) 31...12-17 32.28-23 9-14 33.23-19 14x23 34.29x9 4x13 35.46-41 20x29 36.33x24 (36.34x23) 36...17-22 37.40-35 (37.39-33 22-28 38.33x31 21-27 39.31x22 13-18 40.22x13 8x50) 37...13-18 38.39-33 18-23 en wit ging te gronde aan de talrijke zwakten in zijn stand. ]
[ Enige mate van speelbaarheid heeft 19.31-27 22x31 20.36x27 12-18 21.37-31 26x37 22.42x31 8-12 23.49-43 en wit heeft voldoende tempi om de overige problemen van zijn stand baas te kunnen. ]
19...22x33 20.39x28 14-19 Deze en volgende aanvalsactie zien er wat eng uit. Ongetwijfeld hebben beide spelers geverifieerd, dat er niets inzit voor wit. 21.40-35 19x30 22.35x24 10-14 23.44-40 14-19 24.40-35 19x30 25.35x24 9-14 26.45-40 14-19 27.40-35 19x30 28.35x24 4-10 29.49-44 De minste van vele kwaden.
[ Na 29.28-23 10-14 30.38-32 12-17 31.42-38 17-21 32.32-28 7-12 33.37-32 26x37 34.32x41 13-19 35.24x13 8x19 hangt het witte centrum. In sommige varienten moet wit rekening houden met de damgeefcombinatie 12-18, 3-8 en 20-25. ]
29...10-14 30.44-40 14-19 31.40-35 19x30 32.35x24 13-19 33.24x13 8x19 34.38-33 Dit soort standen zien er eng uit voor wit. Meestal valt het mee. De witte tegenaanval is snel. Vaak kost de zwarte doorbraak materiaal. 20-24 35.29x20 15x24 36.37-32 Koelbloedig...
[ Na 36.48-43 heeft wit ook een positionele puinhoop aan de lange vleugel. ]
36...26x37 37.42x31 12-18
[ De doorbraak 37...24-30 38.33-29 30-35 39.29-23 19-24 40.23-18 12x23 41.28x30 35x24 42.48-43 komt nergens. Flits vindt het nog wel wat. Maar die heeft er geen verstand van. ]
38.48-43 18-23 39.43-39 16-21 Zwart probeert nog wat.
[ Na 39...23-29 40.31-27 29x38 41.32x43 24-29 42.43-38 19-24 43.46-41 24-30 44.41-37 heeft zwart feitelijk geen voordeel meer. Immers een gratis doorbraak zit er niet in. ]
40.39-34 21-26 41.31-27 7-12 42.27-22 12-17 43.22x11 6x17
1-1












(659921) Luteijn,Frits - Jansen,Gerard
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.34-29 19-23 2.40-34 14-19 3.45-40 17-21 Dit is een zet bedoeld om de voorbereiding van de witspeler te ontregelen. Het wordt tegenwoordig steeds vaker gespeeld (Toch slechts 237 op 10.000).
[ Normaal is 3...10-14 en wit heeft diverse gangbare voorzettingen. In de partij van Geert Prinsen deed wit 32-28x28. Ook wordt er tegenwoordig veelvuldig 50-45 gevolgd door 29-24xx25 gespeeld. Vroeger speelde ik regelmatig de hekstelling 50-45 5-10 31-26 etc. ]
4.29-24 Wanneer je tot de conclusie zou komen, dat de zet 29-24 onvermijdelijk is, dan kun je hem beter op dit moment spelen, dan een zet later. Recentelijk heb ik de stand bestudeerd naar aanleiding van een partij uit het Nederlands kampioenschap. Mijn tegenstander was zichtbaar niet blij met deze reactie.
[ Na 4.50-45 10-14 5.29-24 heeft zwart meer mogelijkheden. ]
[ De zet 4.31-26 ontlokte Valneris in zijn commentaar op partijen in een eerder Nederlands kampioenschap de ontboezeming: "Dat het hem totaal onduidelijk was hoe wit na een dergelijke zet ooit tot actief spel zou kunnen komen". Vermoedelijk heeft dat iets te maken met het schema 21-27 ( Na 4...10-14 5.26x17 12x21 heeft wit een normale stelling.) 5.32x21 16x27 en er ontstaat iets met enige gelijkenis met de 32-28 18-22 opening. Maar dan onder slechtere omstandigheden voor wit. ]
[ De zet 4.33-28 is hier weinig gespeeld, maar niet onredelijk. Er ontstaat iets met enige gelijkenis met overeenkomstige standen uit de 32-28 17-22x21 opening. Wit speelt op de volgende zetten 38-33, 42-38 en bijvoorbeeld 29-24xx25. Er ontstaat dan een half open klassieke positie. Maar dan zonder dat deze zich reeds definitief heeft vastgelegd op de opstelling met 31-27. ]
4...19x30!?
[ De meerderheid speelt 4...20x29 5.33x24 19x30 6.34x25 15-20 7.25x14 10x19 en lost in vergelijking met de partij schijf 15 op. Dat scheelt een slok op een borrel. Wit heeft daarna problemen met de 'richting' van zijn stand. D.w.z. de stand vraagt om zetten op de korte vleugel. Maar elke zet daar is zonder een stuk op 15 een 'tempi for nothing'. ]
5.34x14 10x19 6.50-45 Een testzet... 11-17 Deze zet wordt vaak gespeeld in dit soort standen. Vrijwel geen enkele witspeler doet daarna 31-26. Ik dus wel...
[ Na 6...5-10 7.35-30 is de normale opbouwzet 10-14 verhinderd. ]
7.31-26! Dit is verreweg de lastigste zet voor zwart. De stand is nooit eerder voorgekomen. Hij kan nu of later naar veld 27. Direct 21-27x27 lijkt wat prematuur, maar houdt schijf 36 op zijn plek. In de partij kan ik mij ontdoen van dit stuk en heeft zwart de rest van de partij temponadeel en geen 'richting' in zijn stand. Gantwarg heeft dit soort spelbeelden genoemd op de masterclass. Maar duidelijke voorbeelden kwamen er nooit op het demonstratiebord. Ik moest het vanaf hier dus zelf doen.
[ Naast 35-30 is nu of later 7.32-28 23x32 8.37x28 een logische voortzetting. De zwarte schijvenverdeling is daarna wat onevenwichtig. In de partij Robin Vogelaar - Pim Meurs ging het verder met 5-10 9.41-37 9-14 10.37-32 7-11 11.46-41 19-23 12.28x19 14x23 13.41-37 10-14 14.40-34 1-7 15.44-40 21-26 en er ontstond een positie van Oostblok versus basisstand. Dat werd al snel te ingewikkeld voor de witspeler. Chizhov en Krajenbrink zijn liefhebbers van het witte spel. De rest van de wereld speelt liever met zwart. ]
7...7-11!? Dit is de normale zet in dit soort standen. Maar meestal zit er dan een speler met lage elo achter de witte stukken.
[ Met 7...21-27 8.32x21 16x27 kan zwart schijf 36 op zijn plek houden. De stand is met zettenwisselingen zeven keer voorgekomen. Wit kan wachten met 35-30 of 40-34; de inval 33-28x28; de ruil 33-29x29 en de achterloop 37-31 overwegen. De inval 9.33-28 ( Tijdens de partij overwoog ik vooral 9.37-31 6-11 10.31x22 18x27 11.41-37 om pas daarna met 46-41 en 33-28 (of 33-29) te gaan werken.) 9...23x32 10.37x28 kan leiden tot een soort Roozenburg. Bv 5-10 11.39-33 9-14 ( Ook moet wit rekening houden met 11...7-11 12.43-39 17-22 13.28x17 11x22 14.48-43 19-23 15.41-37 6-11 16.46-41 1-6 17.33-29 23x34 18.40x29 10-14 19.37-32 11-16 20.32x21 16x27 21.41-37 6-11 gevolgd door ene keertje 38-32x33. Wit heeft dan wat tempi in ruil voor de weinig actieve schijf op veld 26.) 12.44-39 18-22 13.41-37 13-18 14.46-41 en er ontstaat iets wat Gantwarg meerdere malen genoemd heeft op de masterclass. Het vereist wat onverschrokkenheid van wit. Gantwarg heeft daar veel van. Ik had er tijdens de partij wat twijfels over. ]
8.36-31! Natuurlijk... We zijn geen charitatieve instelling. 9-14 Een beetje een angstige zet.
[ De hergroepering 8...23-29 9.33x24 19x30 10.35x24 21-27 11.31x22 17x28 12.32x23 18x20 heb ik tijdens de partij niet eens gezien. Omdat wit geen stuk op 35 heeft, zit zwart een beetje met de 'direction' van zijn stand. Schijf 26 is dan een beperkt ongemak. ]
[ De zet 8...5-10 vereist wat onverschrokkenheid van zwart en past niet bij zijn stijl. Rob waarschuwde mij nadrukkelijk voor de wedstrijd voor deze tegenstander. Hij adviseerde vooral geen kansen weg te geven. ]
9.33-28! Gortdroge zet, die geen kansen weggeeft. Ik heb mij eerder Getmanski op deze wijze in een dergelijke positie van het lijf gehouden. De ruil naar 27 voor zwart levert niets op. Wanneer hij lang genoeg wacht, dan moet wit een keertje 31-27 spelen. De afwikkeling 17-22 geeft zwart dan een hoop tempi.
[ Na de voor de hand ligende zet 9.31-27 heeft zwart nu of later de breekactie 23-28 10.33x22 17x28 11.26x17 11x31 12.32x23 19x28 13.37x26 De resulterende stand ziet eruit als een soort aanval, maar kan dat nauwelijks zijn. Het zwarte stuk op 28 is kwetsbaar en kan gemakkelijk geruild worden. ]
9...1-7
[ Gezien in het licht, dat de afwikkeling 31-27 17-22 etc. ontzettend onaangenaam is voor zwart, had zwart hier direct 9...21-27 10.31x22 18x27 11.32x21 16x27 12.40-34 23x32 13.37x28 moeten spelen. Er onstaat dan een positie, waarin de zwarte aanval door het ontbreken van de witte schijf 36 geen 'richting' heeft. Ook kan wit indien nodig op enige moment met tempowinst de voorpost onschadelijk maken. Heel lastig voor zwart lijkt mij 41-37 en 46-41. ]
10.35-30!? Het sluiten van veld 33 is verplichtend.
[ Na 10.39-33 4-9 11.44-39? ( Op 11.31-27 17-22 12.28x17 11x31 13.26x17 12x21 14.37x17 7-12 15.44-39 12x21 heeft zwart zeven tempi ontwikkelingsvoorsprong. Dat is geen ramp, want zijn stand heeft geen 'richting'. Maar het is toch wat jammer. Met 16.32-27 21x32 17.38x27 kan wit proberen de stand klassiek te maken.) 11...18-22! is Leiden in last. ]
[ Na 10.31-27 17-22 11.28x17 11x31 12.26x17 12x21 13.37x17 7-12 heeft zwart veel tempi. Schijf 23 geeft zijn stand een verkeerde dynamiek in het centrum. Dat heb ik mij tijdens de partij onvoldoende gerealiseerd. ]
10...5-10 11.30-25 21-27 Deze zet verbaasde mij zeer.
[ Na 11...4-9 heeft wit geen andere optie, dan de afwikkeling 12.31-27 17-22 13.28x17 11x31 14.26x17 12x21 15.37x17 7-12 Tijdens de partij heb ik mij niet gerealiseerd hoe vervelend het ruiltje naar 27 nu is. ]
12.31x22 18x27 13.32x21 16x27 14.39-33 23x32 15.37x28 19-23 Wederom een zet, die mij verbaasde. Hij is immers nog niet nodig.
[ Eerst 15...12-18 16.44-39!? geeft meer mogelijkheden. Wit was eigenlijk van plan zo snel mogelijk de kroonschijf naar rechts te dirigeren. Dat kan nu niet. (16.43-39!? 18-23!; 16.41-37!) ]
16.28x19 14x23 17.41-37 10-14 18.46-41 13-18 Zwart vreest kennelijk de herhaalde aanval over veld 32. Maar schijf 13 is namelijk eigenlijk op de andere vleugel nodig.
[ Ik verwachtte eerlijk gezegd 18...4-9 19.43-39 12-18 20.48-43 7-12 en er moet weer een lastige beslissing genomen worden, dat kan 33-29x29; 33-28x28 zijn of wachten met 40-34. Na 21.33-29 23x34 22.40x29 heeft zwart geen prettig tempo, omdat 13-19 faalt op een simpel zetje. Op een van de volgende zetten komt ongetwijfeld 38-32x33 met tempowinst en een betere direction voor wit. ]
19.43-39 8-13 20.48-43 2-8 Dit wijst wit de weg.
[ Je kunt proberen met 20...4-9 de tegenstander op dwaalwegen te leiden. Bv 21.33-28 23x32 22.37x28 2-8 23.38-33 17-22 24.28x17 11x22 leidt wellicht tot een echte aanval voor zwart. ]
21.33-29 23x34 22.40x29 4-9 23.37-32! Eventjes wat stukken van de zwarte korte vleugel weg alvorens 38-32x33 geruild wordt. Typische correspondentiedam tactiek. 11-16 24.32x21 16x27 25.41-37 6-11 26.44-40! Nog eventjes een lastig tempo vragen... 14-19
[ 26...13-19? ]
27.38-32 27x38 28.42x33 11-16 29.43-38 Tempozet om te zien wat de tegenstander gaat doen. 17-21!? Verkeerde direction.
[ Na 29...18-23 30.29x18 12x23 31.49-43 gaat schijf 23 waarschijnlijk vlot het doosje in. ]
[ Ook 29...19-24 30.29x20 15x24 31.39-34 is geen feest voor zwart. ]
30.26x17 12x21 31.39-34! Eerlijk gezegd wist ik het hier eventjes niet helemaal meer. Pas na een kwartiertje doorrekenen van de stand zag ik het licht. Gantwarg heeft het regelmatig over direction en tempi. Wit heeft anderhalf tempo en er staat een zwart stuk op 15. Dus alles moet inderdaad naar rechts...
[ Na 31.38-32? om te spelen op het slagje naar, doet zwart 8-12! en heeft dank zij schijf 32 weer direction. ]
31...8-12 32.34-30 18-22 33.40-35 12-18 34.30-24!? Het gemak dient de mens. Het haalt wat van de dynamiek uit de witte stand, maar garandeert de remise.
[ 34.49-44? 18-23 35.29x27 21x43 ]
[ Na 34.45-40 moet er van alles berekend worden. ]
34...19x30 35.35x24 21-27!? Dat is alleen wat als wit paniekerig wordt. Het haalt dynamiek uit de stand. Het heeft vermoedelijk iets te maken met de hergroepering 9-14 en 13-19x9. Met een stuk op 27 gaat wit waarschijnlijk niet naar 23. 36.45-40 9-14 37.40-35?! Gespeeld in de wetenschap, dat de ruil 13-19x9 onvermijdelijk is. Dank zij schijf 15 is elke zet op de witte korte vleugel een onderdeel van een levensgevaarlijke aanval tegen de zwarte lange vleugel. 7-12 38.49-44 13-19 39.24x13 18x9 40.44-40 12-18 41.35-30 9-13
[ Remise is 41...27-32 42.37x17 18-23 43.29x18 9-13 44.18x20 15x44 45.33-28 ]
42.40-35 Dreigt 29-23x24.
[ Direct 42.29-23 18x29 43.33x24 14-19 44.40-35 doet niet veel. ]
42...13-19*
[ 42...16-21? 43.37-32! ]
43.30-24 19x30 44.35x24
1-1












(659922) Hendriksen,Joost - Clerc,Rob
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.34-29!? Wit laat geen enkel misverstand bestaan over zijn bedoelingen. Deze opening 70.000 keer gespeeld. In 57.000 partijen deed wit 37-32. Daar is reden voor. Het verhindert dat zwart allerlei vervelende dingen doet in het centrum. Alleen 33-28 is een redelijk onschuldig alternatief.
[ Eerst 3.37-32! en daarna pas 34-29x29 scheelt een slok op een borrel. ]
3...23x34 4.39x30 16-21 5.31-27!? Er zijn ook mensen, die deze ruil spelen in de 32-28 17-22x21 opening. Het is ook daar geen hoogvlieger. Schijf 28 is geen actieve schijf. Hij kan gemakkelijk geruild worden.
[ Aanmerkelijk beter is 5.37-32 ]
5...21x32 6.37x28 10-14 7.41-37 17-22 8.28x17 11x22 9.37-32 6-11 10.44-39 11-17 11.50-44 7-11 12.46-41 17-21 13.41-37 21-26 14.40-34 1-6 15.33-28? Een zeer opmerkelijke ruil. Waarom wit schijf 30 in het centrum houdt is mij niet duidelijk.
[ Eerst 15.30-25 en daarna de ruil 33-28x28 zou wat kunnen zijn. ]
15...22x33 16.38x29
[ 16.39x28 20-25! ]
16...11-17 Zwart speelt een 'slow game'.
[ Na 16...20-25 gaat het ook niet vanzelf met de zwarte stelling. Toch was dat m.i. een betere kans geweest. ]
17.30-25 5-10 18.43-38 17-21 19.39-33 20-24 20.29x20 15x24 21.49-43 6-11 22.33-29? Zwart heeft zich opgesteld op een manier, die het vruchtbaar ruilen bemoeilijkt. Dit is een tamelijk onooglijke ruil. Gantwarg gebruikt een soortgelijke stelling om het begrip 'Ice and byte' uit te leggen. Wit speelt materiaal naar de korte vleugel, terwijl daar geen 'byte' is. Elke andere zet is volgens hem beter.
[ Behalve 22.33-28? 14-20! ]
[ Een redelijke zet is 22.44-39 met een klassiek vervolg. ]
22...24x33 23.38x29 18-22 Zwart heeft wel 'byte'. 24.44-39 11-16 25.39-33 12-18 26.43-38 14-19 27.32-28! 10-14
[ Niet goed is 27...18-23? 28.29x27 21x41 29.36-31 26x37 30.47x36 met schijfwinst voor wit. ]
28.28x17 21x12 29.34-30 18-22!
[ Na 29...19-23 kan wit gewoon laten slaan en haalt daarmee inactief materiaal van de korte vleugel terug naar het centrum. Ook de hergroepering 30.29-24 14-19 31.33-29 23x34 32.30x39 19x30 33.25x34 komt in aanmerking. ]
30.37-31 26x37 31.42x31 16-21 32.47-42
[ Op 32.38-32 gaat het om de afwikkeling 14-20 33.25x23 22-28 34.33x22 12-18 35.23x12 8x26 Het is niet echt 'winnend'. Maar het materiaal op de witte korte vleugel doet voorlopig niet meer mee. Het kost volgens de computer ongeveer 0.10 punten t.o.v. de huidige situatie. ]
32...21-27 33.42-37 2-7 34.30-24?
[ Na 34.37-32 12-18 ( De afwikkeling 34...7-11 35.32x21 14-20 36.25x23 12-18 37.23x12 8x37 ziet er wat eng uit voor wit. Het is moeilijk achter het bord zonder de hulp van de computer vast te stellen, dat het 'niets' is.) 35.32x21 22-28 36.33x22 18x16 staat wit 11 tempi naar voren. Hij heeft wel geen byte, maar het zijn er wel veel. ]
34...19x30 35.35x24? Hierna wordt de witte stand spannender dan de bedoeling is.
[ Natuurlijk moet 35.25x34! om het witte materiaal van de korte vleugel te activeren. Via 38-32 op een volgende zet maakt hij dan moeiteloos remise. ]
35...22-28! 36.33x22 27x18 37.37-32
[ Slechts een fractie beter is 37.38-33 18-23 38.29x18 12x23 39.24-20 ]
37...18-23 38.29x18 12x23 39.24-20* Wit moet naar de rand. Anders verliest hij schijf 24. 13-18 40.48-43? De kroonschijf is niet voor niets 'heilig'. Elke andere zet is hier beter.
[ Feitelijk de enige redelijke zet is 40.45-40! om de controle in het centrum te heroveren. ]
[ 40.38-33!? 14-19! ]
40...14-19 41.31-27 De situatie is nu 180 graden gedraaid. Hij staat enorm ver naar voren, maar speelt 'tempi for nothing' op de lange vleugel.
[ Iets beter is 41.43-39 gevolg door 39-34 om de controle in het centrum te heroveren. ]
41...8-12 42.27-21 18-22 43.32-27 22x31 44.36x27 23-28 45.45-40 12-18? Na de partij gaf de zwartspeler, dat deze zet, die slechts een zet leuk is, de winst verspeelt. Het is wat overdreven. Winst is alleen mogelijk als wit echt in paniek raakt.
[ Kansrijker is 45...9-13 gevolgd door 3-9 met diverse venijnige dreigingen. De enige verdediging is 46.43-39! 28-32* ( Geen groot succes is het geplande 46...7-11? 47.38-33 28-32 48.27x38 11-16 49.39-34 16x27 50.38-32 27x29 51.34x14) 47.40-34 32x43 48.39x48 ]
[ De truc 45...7-11 wordt beantwoord door 46.20-14! 19x10 47.21-16 28-33 48.16x18 33x42 met een gemakkelijk houdbaar afspel. ]
46.20-15 9-14 47.43-39 28-32 48.40-34 32x43 49.39x48 19-24 50.48-43 3-8 51.21-17
1-1












(659923) van der Stap,Peter - Stokkel,Jos
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.34-29 18-22 2.40-34 12-18 3.45-40 7-12 4.32-28 Dit is een variant van de Keller, die ik meerdere malen gespeeld heb. Mijn eerste overwinning op Getmanski kwam tot stand vanuit deze opening. Het maakt verschil of er een gaatje op 6 of op 7 is. Ook voor de Roozenburg, die op het bord komt maakt het enorm veel verschil of zwart schijf 1 op zijn plaats kan houden of niet. 19-23 5.28x19 14x23 6.31-27!?
[ Zelf speel ik altijd eerst 6.35-30 om te kijken wat de tegenstander doet. Na 16-21 7.31-26 ontstaat er een Keller, die aanmerkelijk beter voor wit te spelen is als de hoofdvariant. Dat zit hem in het feit, dat de Chizhov-ruil nu geen rol speelt. Na 10-14 8.30-24 5-10 ( De meeste zwartspelers doen 8...21-27 en het wordt niet echt interessant.; Het scherpe 8...23-28?! 9.40-35 1-7! 10.44-40 20-25 is speelbaar. Er ontstaat dan een orthodoxe Keller, waarin wit 'meedoet'.) 9.33-28 22x33 10.39x19 14x23 11.38-32 wint wit tenminste tijdelijk een stuk. Hij kan de voorpost op 24 namelijk verdedigen met 40-35! (en 35-30). Er is inmiddels wel gebleken, dat zwart zich via diverse schijnoffers het vege lijf kan redden. ]
6...22x31 7.36x27 1-7 8.35-30 10-14 9.40-35 20-25 10.37-32?! Deze variant is een groot aantal malen op de masterclass aan de orde geweest. Hij lijkt op allerlei varianten uit de 32-28 19-23 opening, maar is net iets anders. Beide spelers moeten zeer behoedzaam opereren. In de partij doet Peter maar wat en is binnen de kortste keren een schijf kwijt. De gespeelde zet is nogal scherp. Vermoedelijk kan hij nog wel. Er is ook wel 38-32 gespeeld.
[ Gantwarg kwam recentelijk met het idee 10.30-24!? Dat dwingt zwart een beslissing te nemen. De normale zetten zijn 14-20 en 14-19. Wit kan veld 32 dan nog eventjes openhouden en staat zondermeer goed. De Springer 23-28?! 11.33x22 17x28 komt in aanmerking. Het is naar mijn weten slechts eenmaal gespeeld. Het kwam op het bord in de partij Luteijn - Rozentals. Er volgde 12.38-33!? ( Vermoedelijk is 12.41-36 aangewezen. Er kan dan volgen 14-20 13.27-21 16x27 14.38-32 27x38 15.43x23 en zwart staat alleszins redelijk.) 12...14-20 (12...12-17! 13.33x22 17x28) 13.33x22 18-23 14.29x18 20x40 15.37-31 12x23 16.22-17 11x22 17.27x29 en wit won later (niet opening gerelateerd). ]
10...5-10
[ Hans Vermin won eens van mij met 10...17-21 11.41-37 21-26 12.46-41 5-10 13.41-36 11-17 14.44-40? 14-19 15.49-44? ( Natuurlijk moet 15.30-24 19x30 16.35x24 de resulterende positie is bekend uit het Drostsysteem. Schijf 43 moet eigenlijk op 44 staan. Maar wit hoeft niet te wanhopen.) 15...10-14 16.30-24 19x30 17.35x24 14-20 18.50-45 4-10 19.33-28 9-14 20.28x19 14x23 21.39-33 10-14 22.44-39 14-19 en wit zit met het probleem, dat de achterloop 33-28 meestal gewoon een schijf kost, terwijl het bijtrekken van schijf 45 niet mogelijk is vanwege 25-30. ]
11.41-37 14-20 12.46-41 10-14 13.50-45 14-19 14.30-24 Deze stand in 26 keer voorgekomen. Er naast 41-36 en 44-40 gespeeld. Zelf heb ik ook 30-24 gespeeld. 19x30 15.35x24 17-21 Dit is in alle partijen gespeeld (9x).
[ De zet 15...9-14 heeft bepaalde voor de hand liggende bezwaren, maar is speelbaar. Wit moet afwikkelen met 27-22. ]
16.44-40 21-26 Via zettenwisselingen is dit 19 keer op het bord geweest. De partijvoortzetting dreigt met het dammetje naar 46 en is in de meerderheid van de partijen gespeeld.
[ Maar 16...11-17 is ook alleszins redelijk (Buzinski - Chizhov). Het ging daar verder met 17.41-36 21-26 18.40-35 17-21 19.33-28 4-10 20.28x19 18-22 21.27x18 12x14 22.32-28 7-12 23.49-44!? (23.45-40) 23...12-18 24.44-40 18-22 25.28x17 21x12 en de overwinning, die de zwartspeler boekte was vermoedelijk niet echt gerelateerd aan de opening. ]
17.41-36 11-17 18.33-28!? Dit is geen hoogvlieger. De witte voorpost zou best eens kunnen vallen.
[ Zelf heb ik met tal van andere witspelers eerst 18.40-35 gespeeld in mijn partij voor het wereldkampioenschap correspondentiedammen 2010 tegen Auke Spijkstra. ]
18...4-10 19.28x19 18-22 20.27x18 12x14 21.38-33 In de analyses van menig correspondentiedampartij heeft deze stand gefigureerd. Hij is nooit eerder daarwerkelijk voorgekomen.
[ Het bekende zetje 21.34-30 25x23 22.32-27 20x29 23.27-21 16x27 24.38-33 29x38 25.43x1 faalt op 13-18! ]
[ Op 21.32-28 heeft zwart het offer van Keller 17-22! 22.28x17 14-19 en staat alleszins redelijk. Schijf 24 is niet houdbaar, maar kan soms uitgewisseld worden tegen schijf 17. Soms heeft wit de twee/drie om twee naar 11 en overleeft het avontuur. ]
21...17-22!
[ 21...14-19? 22.32-27 19x30 23.27-21 16x27 24.29-24 20x38 25.43x1 ]
22.40-35 7-12
[ 22...14-19!? 23.29-23 20x27 24.23x5= ]
23.45-40 2-7 24.32-27? Dit kost een schijf.
[ Wit kan de wending 29-23 erin houden met 24.36-31! 7-11!? (24...13-18!) 25.49-44! 16-21 26.33-28 22x33 27.39x28 en overleeft het avontuur ruimschoots. ]
24...22x31 25.36x27 12-18 26.37-31 Dit helpt niet. Beter is 43-38 met wat compensatie. 26x37 27.42x31 18-23 28.29x18 20x38 29.43x32 13x22 30.27x18 8-12 31.39-33 12x23 32.49-43 3-8 33.43-38 14-19 34.48-43 10-14 35.32-28 23x32 36.38x27 19-23 37.35-30 14-19 38.43-38 15-20 39.40-35 6-11 40.47-42 11-17 41.31-26 8-13 42.38-32 13-18 43.33-28?
[ 43.34-29 ]
43...20-24 44.42-38 7-12 45.38-33 9-13 46.34-29 23x34 47.30x39 25-30 48.39-34 30x39 49.33x44 24-30 50.35x24 19x30 51.44-40 30-35 52.40-34 13-19 53.34-29
[ Hopeloos is 53.26-21 17x26 54.28-22 35-40 55.22x24 40x20 ]
53...35-40 54.26-21 17x26 55.28-22 19-23
[ Ook toereikend is de computervariant 55...40-44 56.22x24 44-49 ]
56.22x13 23x34 57.13-9 40-44 58.9-4 44-50
[ Veel beter is 58...44-49! ]
59.4-15 12-17 60.15-47
[ 60.15-38 ]
60...17-21 61.47-41 34-39 62.41-46 39-44
0-2












(659924) Baliakin,Alexander - Remeijer,Casper
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 20-25 2.33-29 16-21!? Dit geeft een overgang naar een variant van de 32-28 16-21 opening. Beter is het schema van Hoekman - Chub met een keertje de ruil 17-22x22. Deze zet is iets tegen angsthazen. Niet voor iemand als Baljakin. 3.31-26
[ De populairste zet is hier 3.39-33 Dat is ook door grootmeesters (Wirny, Wiersma, Sijbrands) wel zo gespeeld. ]
3...18-22
[ De zet 3...11-16 is regelmatig gespeeld. Meestal maakt het niets uit. Een bijzondere optie is 4.39-33 21-27 5.37-31 17-21 6.31x22 18x27 7.26x17 12x21 8.38-32 27x38 9.43x32 15-20 en er ontstaat interessant spel. ]
4.39-33 21-27 5.44-39 13-18 6.37-31 Dit is een weinig gespeelde zet.
[ Een bekend schema, dat een groot aantal malen op de masterclass is genoemd, begint met 6.37-32 11-16 7.32x21 16x27 8.38-32 27x38 9.43x32 9-13 10.41-37 15-20 11.46-41 7-11 12.48-43 1-7 13.42-38 10-15 14.50-44 5-10 15.47-42 3-9 16.28-23 19x28 17.32x23 11-16! 18.35-30 16-21 19.30-24 21-27 20.37-31 25-30 21.34x25 13-19 22.24x13 8x28 23.29-24 20x29 24.33x24 9-13 en zwart staat vermoedelijk wat gemakkelijker. ( Na 24...2-8 25.38-33 17-21? 26.26x17 12x21 heeft wit 27.31-26 7-12 28.26x17 12x21 29.24-20 15x24 30.33-29 24x33 31.36-31 27x38 32.43x3 met gewonnen spel.) ]
6...19-23
[ Slechts eenmaal heeft een zwartspeler (Chizhov) 6...18-23 7.29x18 12x32 gespeeld. Toen volgde er 8.50-44 14-20 9.42-37 7-12 10.37x28 1-7 11.47-42 10-14 12.34-30 25x34 13.39x30 4-10 14.30-24 en de partij liep later remise. ]
7.28x19 14x23 8.50-44?! Tempoverlies.
[ In de partij Schwarzman - Gantwarg volgde 8.41-37 9-13 9.37-32 11-16 10.32x21 16x27 11.42-37 6-11 12.37-32 11-16 13.32x21 16x27 14.46-41 7-11 15.41-37 23-28 16.29-24 1-7 17.47-42 10-14 18.24-20 15x24 19.34-30 25x34 20.39x10 5x14 21.49-44 28x39 22.44x33 14-19 23.33-29 en de witspeler won later. Die winst lijkt niet opening gerelateerd. ]
8...9-13 9.41-37 11-16 Wit gaat lopen over veld 32 en zwart moet een keertje terug. Dan is schijf 25 geen geweldige schijf. Zwart hoopt wellicht evenals Gantwarg zijn aanval te kunnen handhaven.
[ Na 9...15-20 10.37-32 is zwart te laat om via 20-24 zijn randschijf terug te halen naar het centrum ]
10.37-32 6-11 11.32x21 16x27 12.42-37 10-14
[ Nu heeft zwart wel 12...15-20 13.37-32 20-24 14.32x21 22-28 etc. met een redelijke stelling. Wit kan slaan met 15.33x22 24x42 16.47x38 18x16 17.34-30 25x34 18.40x9 4x13 en het theoretische voordeel van zwart is erg theoretisch. ]
13.37-32 4-9 14.32x21 22-28 15.33x22 18x16 16.29x18 12x23 17.39-33 Een opmerkelijke beslissing.
[ Wit kan zijn tegenstander ongemak bezorgen aan de korte vleugel via 17.34-30 25x34 18.40x18 13x22 Maar meer dan dat is het niet. Zwart kan zich vaak bevrijden over veld 27 of 28. Zolang veld 18 niet gesloten wordt, is er geen sprake van een hekstelling. Vandaar dat hij voor een 'slow' plan kiest. ]
17...8-12 18.44-39 12-18 19.46-41 1-6 20.38-32 5-10 21.43-38 7-12!? Deze zet is niet nodig. Het bezwaar ervan is, dat later schijf 2 op 7 belandt.
[ Met 21...14-19 en 10-14 is het wit die moet ploeteren. De zet 7-12 wordt pas gespeeld als daar reden voor is. ]
22.49-43 14-19 23.32-27 2-7!? Wit dreigt met 27-21.
[ De hekstelling, die ontstaat via 23...17-22 is moeilijk te beoordelen. Beide spelers hebben minder stukken in de opsluiting dan gebruikelijk. ]
[ 23...10-14? 24.27-21! ]
24.41-37 10-14 25.37-32 3-8 Een lelijke zet. Maar wat anders ?
[ Een ingewikkelde berekening vergt 25...14-20 26.33-28 20-24 27.47-42 3-8 28.39-33 (28.38-33 en zwart staat vermoedelijk alleszins redelijk.) ]
26.34-30 25x34 27.40x29 23x34 28.39x30 15-20 Een beetje een overplay. Andere zetten zijn 18-22x23 en 18-23.
[ Na 28...18-22 29.27x18 12x23 30.43-39 ontstaat een 'normale' stelling. Beide spelers hebben bepaalde problemen. ]
[ Niet onredelijk is ook 28...18-23 29.43-39 15-20 30.30-25 20-24 31.48-43 17-21 32.26x17 12x21 en alles komt los. ]
29.45-40 17-21? Dit is duidelijk niet de goede voortzetting.
[ In aanmerking komt 29...20-25 30.30-24 19x30 31.35x24 14-19 Volgens de computer moet wit nu terug met 32-28-23x35=. Na 32.40-35? 19x30 33.35x24 9-14 34.24-20 17-21 35.26x17 11x22 36.20x9 13x4 heeft zwart controle aan de lange vleugel. ]
[ Een ander suggestie van de computer is 29...19-23 30.30-25 17-22 31.32-28 23x21 32.26x28 20-24 33.40-34 14-19 34.34-29 11-17 35.29x20 19-23 36.28x19 13x15 en wit staat duidelijk gemakkelijker. ]
30.26x17 12x21 31.47-42 21-26 32.42-37 20-24!? Deze zet werd door Baliakin na de partij betiteld als de beste van vele kwaden. Het geeft tenminste wat rommeligheid...
[ Na 32...7-12 gaat het om 33.30-24 20x29 34.33x24 19x30 35.35x24 18-23 36.43-39 en zwart staat niet echt lekker. ]
[ Ook op direct 32...18-23 is de inval 33.30-24 het probleem. ]
33.27-22 18x27 34.31x22 7-12 35.32-28 24-29 Improvisatie... Zwart moet iets verzinnen tegen de verschrikkelijke dreiging 28-23. 36.33x24 12-18 37.43-39 18x27 38.39-33 11-17 39.30-25 19x30 40.35x24 17-21 41.37-32 6-11 42.28-23!? De truc uit de partij werd niet tijdig gesignaleerd.
[ Na de partij werd erop gewezen, dat de voor de hand liggende oversteek 42.24-20! weliswaar niet direct wint, maar zwart op den duur ook geen echte kans op overleven laat. ]
42...11-17 43.40-34 17-22 44.25-20 Improvisatie...
[ Zwart heeft de duivelse wending 44.32-28 14-20!! 45.25x12 13-18 46.28x17 18x40 in de stand geweven. Wit kan met de twee stukken 12 en 17 niet eenvoudig verder komen. ]
44...14x25 45.32-28 9-14 46.28x17 21x12 47.33-29 13-18 48.38-33 27-32 49.33-28 32-37 50.28-22 18x27 51.23-19 14x23 52.29x7 27-31 53.36x27 8-12 54.7x18 37-41
1-1












(659925) Kos,Jeroen - de Koning,Fred
Huissen - van Stigt Thans, 19-09-2015


1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 Deze zet wordt regelmatig gespeeld. Maar dat gebeurt zelden bewust van de consequenties.
[ Na 4...14-19 zal wit meestal geen 35-30 spelen, vanwege 5.35-30 ( Na 5.46-41 5-10 6.35-30 is de witte Roozenburg door de hangende schijf op 41 wat minder ideaal.; Te verwachten is 5.34-29 23x34 6.39x30 5-10 en zwart is ook niet echt blij.) 5...20-25 6.33-29 15-20 7.40-35 20-24 8.29x20 25x14 en zwart heeft een mooi compact centrum. ]
5.46-41!? Deze zet is 9000 keer op 18.000 partijen gespeeld. Dat is een verbazendwekkend groot aantal voor een huis, tuin en keukenzet.
[ De gangbare voortzetting in deze stand is 5.34-29 23x34 6.39x30 (3000 keer) ]
[ Zelf speel ik meestal 5.35-30 en er ontstaat een Roozenburgvariant, waar ik een boek over heb geschreven (1500x). Het is belangrijk om schijf 46 voorlopig op zijn plaats te houden en dat kan in deze variant. ]
5...17-21! Een belangwekkende zet. Hij is slechts 1500 keer gespeeld tegenover 7500 keer 14-19. 6.31-26!? Dit wordt vaak gespeeld. Het is volgens Gantwarg eigenlijk geen geweldig zet.
[ Het alternatief is het wat suffe 6.32-28?! 23x32 7.37x28 21-26 8.41-37 16-21 en wit speelt op veld 32 (met zowel 37-32 als 38-32) en krijgt een wat overontwikkelde lange vleugel. ]
6...14-19!?
[ De flankspelpositie 6...21-27!! 7.32x21 16x27 is erg bekend. Ik noemde hem jaren terug de 'kat in het bakje' variant. Dat is onterecht. Passieve zwartspelers lieten zich vlot van het bord zetten. Maar mits alert voortgezet staat zwart in deze stand overwegend. Te goed om toe te laten... ]
7.26x17 12x21 8.35-30!? Ook deze zet is vaak gespeeld. Hij houdt eigenlijk niet serieus rekening met de logische reactie 20-25!
[ De normale zet is 8.34-29 23x34 9.39x30 ]
[ Interessant is vermoedelijk ook 8.36-31 ]
8...10-14 Dit is de gangbare zet.
[ De aangewezen zet 8...20-25 is slechts in een kwart van de partijen gespeeld. Ook tegenwoordig correspondentie topspeler Laurent Delattre verzuimde in 2011 nog deze zet (en verloor later). Het kan verder gaan met 9.33-29 7-12 10.40-35 10-14 11.45-40 11-17 12.30-24 19x30 13.35x24 15-20 14.24x15 25-30 15.34x25 23x45 en de richting van het witte spel laat te wensen over. ]
9.30-25 7-12 10.34-29 23x34 11.40x29 1-7 12.45-40 Deze positie is 60 keer voorgekomen. Wit heeft met het oplossen van schijf 35 een succesje geboekt. Maar zoekt nu naarstig naar een geschikt speelplan en slaagt daar niet in evenals als anderen voor hem. 21-26 13.40-34 16-21 14.32-28 Deze zet is vaker gespeeld (4 op 4), maar is geen hoogvlieger.
[ Een interessante zet is 14.36-31!? en het gaat om de uitkomst van 18-22! ]
14...18-22 15.28x17 11x22 16.44-40
[ Andere witspelers kozen eieren voor hun geld met 16.37-32 21-27 17.32x21 26x17 ]
16...12-18 17.38-32 21-27 18.32x21 26x17 19.50-45 19-23 20.34-30 23x34 21.40x29 13-19 22.30-24 19x30 23.25x34 14-19 24.42-38
[ 24.37-32 ]
24...7-12 25.48-42 Wit speelt de kroonschijf. Het is niet duidelijk met welk doel. Je kunt kijken naar zetten als 37-32, 36-31 of 45-40. Na 37-32 was het probleem uit de partij niet opgetreden. 9-13 26.36-31 19-24 27.49-44!?
[ Na 27.38-32 moet je rekening houden met de afwikkeling 22-28 28.33x11 24x44 29.49x40 6x17 en het wordt niks meer met de witte stand. ]
[ 27.37-32? 17-21! ]
27...6-11 28.31-27 22x31 29.37x26 18-22 30.45-40 Geen zet die iets aan de orde stelt.
[ 30.41-37 ]
30...22-27 31.40-35
[ 31.41-37 ]
31...3-9 32.34-30 2-7 33.30x19 13x24 34.39-34 9-13 35.42-37
[ 35.41-37 ]
35...12-18 36.34-30
[ Niet echt een rustige remise ontstaat na 36.43-39 7-12 37.38-32 27x38 38.33x42 24x33 39.39x28 18-22 40.28-23 Maar wit heeft vermoedelijk nog wel een houdbare stand. ]
36...7-12 37.30x19 13x24 38.37-32?? Een blunder...
[ Na 38.43-39 8-13 39.41-36 4-9 staat wit niet echt prettig. ]
38...8-13 39.32x21 24-30 40.35x24 13-19 41.24x22 17x50 42.41-37 20-24 43.29x20 15x24 44.37-32
[ 44.21-16? 50-39! ]
44...50-45
0-2



All games on this page as PDN here

Generated with Turbo Dambase 5.0