|
(631594) Berkel,van,A. - Leeuwen,van,C.J. (Cock)
Apeldoorn - v.Stigt Thans, 13-12-2014
1.34-30
17-21
2.40-34
21-26
3.45-40
11-17
4.32-28
Dit is een veel gespeelde opening. Deze zet is vaker gespeeld. De meeste witspelers doen echter eerst 50-45. 20-24!?
Geen alledaagse zet. Hier is van alles gespeeld. Normaal is 17-21, 17-22x22, 6-11 of 7-11. 5.30-25
7-11
6.34-30
1-7
7.40-34!?
Deze zet wordt hiermee voor de vierde maal (uit vier) gespeeld. Niemand heeft iets beters weten te verzinnen. [ Anton deed hem, omdat hij op 7.37-32
26x37
8.42x31
rekende op 18-23!
met een gesloten klassieke positie, waarin alles voor wit verkeerd staat. ] 7...17-21
[ Er is hier ook wel 7...18-23
gespeeld. Wit moet dan een lastig tempo maken. ] 8.44-40
12-17
9.38-32?
[ In de partij Misans - Huseynov werd 9.37-32!
26x37
10.42x31
gespeeld. Het openen van de stelling uit de partij zit er dan niet in. Er dreigt een korte vleugel opsluiting. Huseynov ging verder met 7-12
( Na 10...21-26?!
zit er niets combinatief in voor wit. Maar zwart moet het toch maar aandurven. Ook kan wit goed 41-37 spelen en de half open klassieke omsingeling van zwart moet van ver komen. Na 11.41-37
18-23
12.50-45
kan wit zich ontdoen van een hoop overtollig materiaal met 34-29 op de volgende zet.) 11.31-26
18-22
en ging later ten onder. Het lijkt mij ongeveer hetgeen ook Anton graag op het bord had gehad. ] 9...17-22
10.28x17
21x12
11.43-38
11-17
12.49-43
7-11
13.32-28
Een moeilijk moment. Wit wil geen gesloten klassiek. [ De computer komt met de opmerkelijke zet 13.50-44!?
2-7
14.34-29
17-21
15.29x20
15x24
en wit heeft m.i. niets. ] [ Met 13.50-45
kan wit de ruil 34-29 (op 18-23) voorbereiden. ] 13...2-7
14.37-32
[ Na 14.50-45
18-23
moet wit een lastig tempo maken. ] 14...26x37
15.42x31
18-23
Zwart grijpt de kans om het bord leeg te maken. 16.41-37
Wat anders ? [ Ook 16.31-27
23-29
17.34x23
17-22
18.28x17
11x31
19.36x27
19x37
20.41x32
15-20
21.30x19
14x23
22.25x14
10x19
geeft een flinke opruiming. ] 16...17-22
17.28x17
11x22
18.46-41
22-28
19.33x22
23-29
20.34x23
19x17
21.30x19
13x24?!
Zwart wil een probleemloze remise. [ Na 21...14x23
krijgt wit wellicht wat omsingelingsmogelijkheden tegen schijf 23. Maar heeft ook zwart kansen. Wanneer wit zou besluiten 22.32-28
23x32
23.37x28
te ruilen, dan is het zwart die omsingeling heeft tegen een losstaande centrumschijf. Echter enige behoedzaamheid is op zijn plaats voor zwart. Want hij staat zeven tempi naar achteren. ] 22.31-27
Wit probeert de boel te forceren en bezorgt zichzelf een geweldig blok aan het been t.w. schijf 27. Maar wat anders. Wit heeft ontwikkelingsvoorspong. Echter na de te verwachten ruil 14-20x19 blijft daar weinig van over. Het alternatief is 32-28, 37-32 en 41-37. Ook dan is hij door schijf 28 erg gebonden. 17-21
23.37-31
21-26
24.41-37
9-13
25.47-42
4-9
26.32-28
14-20
27.25x14
10x19
28.40-34
5-10
29.38-33
Ook hier de vraag welke kant moet het uit. Een idee zou kunnen zijn het instellen van een blokkade aan de korte vleugel met de schijven 35 en 30 en alles naar links. Wanneer zwart probeert het centrum te sluiten komt 27-22x22. Het gaat dan om de vraag of zwart de blokkade 35,30 kan opruimen resp. het centrum kan heroveren. Voor de controle over het centrum is de formatie 39,33,28 belangrijk. Te verwachten is de ontwikkeling uit de partij. Zonder de formatie 39,33,28 kan zwart naar voren naar 17 en de controle pakken over het centrum. [ Niet effectief is 29.39-33
15-20
en zwart verovert de controle over veld 25 resp. ontdoet zich van het achtergebleven stuk op 15. ] [ Een idee is 29.34-30
gevolgd door 50-44, 39-33 en 44-39. Zwart kan dan de controle pakken over het centrum via 12-18
30.27-22
18x27
31.31x22
7-12
32.50-44
(32.38-33)
32...12-17
33.22x11
6x17
gevolgd door 13-18. Ook nu nog kan wit de formatie 28,33,39 formeren en controle pakken via 34.38-33
17-21
(34...13-18
35.28-22)
35.43-38
13-18
36.28-22
18x27
37.37-31
26x37
38.42x22
en het witte voordeel moet komen van de achtergebleven schijf 15. ] 29...12-18
30.27-22
18x27
31.31x22
7-12
32.34-30
6-11
[ Na 32...12-17
33.22x11
6x17
moet zwart rekening houden met 34.28-23
19x28
35.33x11
16x7
36.30x19
13x24
Het bord is dan leeg, maar schijf 15 baart zorgen. Volgens de computer staat het echter toch ongeveer gelijk. ] 33.43-38
11-17
34.22x11
16x7
35.37-32
Volgens de witspeler een rekenfout... Hij probeert een aanval over links geruggesteund met zetjes. Dat lukt niet erg in de partij. Er ontstaat een zorgelijke klassieke positie. [ Met 35.36-31!
kan hij aansturen op een wat minder zorgelijk klassieke positie. De tempi zijn ongeveer gelijk en schijf 15 is een zwakte in de zwarte stand. Voor de hand ligt zoiets als 13-18
36.38-32
15-20!?
37.31-27
en de achterloop 20-25?
( Ook 37...8-13
38.42-38
is niet de oplossing voor zwart. De achterloop 20-25 is vanwege de plakker 28-23 niets en er dreigt hel en verdoemenis.) faalt op 38.28-22
25x43
39.22x15
] 35...13-18!
De witte bedoeling was, dat deze zet niet zou kunnen. [ Verschrikkelijk is 35...12-18?
36.28-23!
19x37
37.42x31
26x37
38.30x19
13x24
39.38-32
37x28
40.33x11
] 36.36-31
[ Na 36.42-37
18-23
heeft zwart de oversteek 15-20 zonder dat wit een gemakkelijk tegenaanval heeft aan de andere kant. Immers de formatie 48,42,37 is er niet meer. Wanneer zwart twee vleugel controle zou weten te verwerven t.w. zowel veld 25 en 26, dan heeft hij altijd het goed tempo. Als hij gewoon schijf 15 weet op te lossen, dan ontstaat er een gunstige tempoklassieke stand. ] 36...26x37
37.42x31
10-14
38.31-27!?
Een wat statische zet. Wit moet het hebben van de aanval met de lange vleugel. Hij moet iets doen om het sluiten van het centrum met 18-23 te overleven. [ De computer stelt 38.31-26
18-23
39.28-22
voor. Zwart zal vroeg of laat de afwikkeling 28-23 moeten nemen. Anders wordt zijn korte vleugel onder de voet gelopen. Een interessant vraagstuk geeft 9-13
en wit moet kiezen uit 50-44, 33-28 e.d ] 38...18-23
39.48-42
[ Nu is 39.28-22
9-13
minder flexibel voor wit. De ruil 40.22-17
12x21
41.27x16
8-12
geeft zwart controle in het centrum. ] 39...7-11
40.42-37
11-16!
Het gaat in deze stand om het tegenhouden van de uitval naar veld 22 resp. de controle over veld 26. Met een opmerkelijke flair weet zwart de stand in het klassieke keurslijf te duwen. 41.30-25
8-13
42.27-22
12-17
43.22x11
16x7
44.37-31
7-11
45.31-27
11-16
46.50-45
3-8
47.45-40
8-12
48.40-34
13-18
49.34-30
9-13
Een kenmerkende zet voor de zwartspeler. Eerst de gaatjes dicht en dan kijken naar meer. [ Een zeer kansrijke zet is 49...23-29
en wit staat op het randje van de afgrond. Beide heren hebben er geen moment naar gekeken. A) Kansloos is 50.28-22?
9-13
51.33-28
18-23
52.39-33
15-20
en wit moet offeren. B) Na 50.27-21*
16x27
51.32x21
29-34
( Op 51...18-23
52.28-22
krijgt wit zelfs de overhand.) heeft wit de plakker 52.21-17
34x23
53.17x8
9-13
54.8-2
(54.8-3
24-29
55.33x24
18-22
56.3x20
23-29
57.24x33
15x24)
54...23-28
55.33x22
18x27
56.2-16
27-31=
] 50.39-34
12-17
51.34-29
23x34
52.30x39
18-23
53.39-34
16-21
Zwart wikkelt af naar remise. [ Hij kan zijn tegenstander testen met 53...17-21
54.35-30*
24x35
55.33-29
13-18
56.28-22
35-40
(56...23-28
57.22x24
28x37
58.38-33
21x32
59.24-20
15x24
60.29x9)
57.22x24
23-28
(57...40-44
58.29x18
44-50
59.24-20
15x24
60.27-22
50x11
61.38-33
11x30
62.25x34)
58.34x45
28x37
59.27-22=
] 1-1 (0.02/0.11)
|