Schiedam - Degradatiekandidaat Apeldoorn heeft in sommige opzichten best een aardige ploeg. Al vanaf het eerste begin in de ereklasse is hun probleem meer gebrek aan moraal, dan aan kracht. Ook ditmaal gingen alle zwakke pionnen gewoon om, terwijl er bij ons geen ongelukken gebeurden. Een kwestie van concentratie. Rob Clerc en Arnaud Cordier troffen honderden punten elo-verschil. Hoewel het niet echt gemakkelijk ging, deden ze waarvoor ze gekomen waren. Anton van Berkel koos wederom voor afwikkeling naar een typische counterstelling en nam in positioneel inferieur positie een prachtige damzet. Frits Luteijn had verreweg de interessantste partij van de dag. De voorzitter en sponsor van de vereniging toonde zich een echt liefhebber en was uiteindelijk net niet handig genoeg om het avontuur te overleven. In de analyseruimte en later thuis hadden Arnaud, Anatoli en vele anderen veel lol met het gaten schieten in de partij.

In het kader van opmerkelijke winstvoeringen toonde Arnaud deze compositie van een Russische componist. Zwart lijkt moeiteloos remise te maken ondanks de enorme achterstand in aantallen dammen.

De winst is 2-19 (41-47)* 24-15 (47x2)* 15-24 X. Zelf kampte hij met een tegenstander, die alles wat in de buurt er vanaf maaide. In deze stelling spande hij een aardige valstrik met (14-20). Na het voor de hand liggende 30-25 (9-14) is wit een schijf kwijt. De truc is in de meeste varianten een keertje 19-24 spelen. Wit kan standhouden door het materiaal centraal te houden met 38-33, 42-38 en 44-39. Maar dat vereist stalen zenuwen. In de partij volgde 28-22 (18x27) 32x21.

 

 

De beslissing viel in de tweede diagramstand. Na de partij was hij er niet helemaal zeker van of het allemaal wel gewonnen was. We hebben er nog veel werk aan gehad. Na de blunder 26-21? (11-17) X is het direct uit. De enige verdediging is 32-27x37 (12-17) 37-32 (17-22) 42-37 (11-17) 37-31 (14-20x10) 30x28 (10-14x42). Dit eindspel is bepaald niet triviaal. Aangezien dit soort afwikkelingen regelmatig voorkomen hebben we het uitvoerig bestudeerd. Het begint met 31-27 en zwart heeft twee mogelijkheden (42-48 en 42-47). Voor de hand ligt (42-48) 32-28 (of?) (48-34) en er zijn een groot aantal interessante eindspelen, die kunnen beginnen met 28-22 en 27-21. Het is niet helemaal zeker, dat ze allemaal gewonnen zijn. Gantwarg bleef ondertussen de mogelijkheid (42-47) onderzoeken. Hij vond uiteindelijk de scherpe winst 32-28 (47x15) 27-22 (17-21) 22-18 (15-29) 28-23 (29-34) 35-30 (34x25) 18-13 (14-19) 13x24 (25-9) X.

 

 

 

Zelf moest hij tegen Presman. Deze heeft zelfs wat meer elo-punten, dan hijzelf. Hij was er niet echt blij mee, want hij wilde eigenlijk wel weer wat gemakkelijke puntjes voor de topscorerslijst. In deze stelling toonde Presman een ware grootmeester te zijn. Hij speelde de verbluffende voortzetting 34-29x29. Zwart kan dan afwikkelen met (14-20) en (21-26), maar dat leidt tot niets. In de partij volgde (12-18) 33-29x29!! (21-26) 41-37 (11-17) 43-38 (19-23) 27-21 en het werd remise.

Deze voorzichtigheid van zwart werd ingegeven door het besef, dat er voor de club geen overwinning nodig was en dat het voor de hand liggende (17-22) 49-44! ook voor zwart bloedlink is. Hij staat enorm ver naar achteren en dreigt de strijd op de lange vleugel en in het centrum te verliezen. We hebben thuis nogal wat aandacht besteed aan (19-23) 44-40x29 (13-19) 38-33 (2-7) 42-38 (19-23) 48-43x39 en verrassend genoeg heeft wit alles nog steeds goed onder controle. Een belangrijke finesse is (14-19) 32-28 (7-12x41x26) 38-32 X.

Zelf heeft hij vooral zitten rekenen aan de gevolgen van (2-7) 44-40 (8-12) 30-24x24 (14-20x20) 40-34 (3-9) 45-40 (9-14). Wit kan ontsnappen met 29-23 (20x29) 40-35, maar dat is geen vetpot. Interessanter is 48-43 (6-11) en zwart dreigt met 11-17, omdat het dammetje naar 2 duur wordt respectievelijk afgevangen wordt op veld 19. Wit moet naar 21. Na 43-39 (11-17) 27-21x21 (22-28) heeft hij vermoedelijk alleen 38-32 (18-23) etc. met nadeel. Op 40-35 (4-10) 43-39 (11-17) 27-21x21 (20-25) 38-33 (14-20) 42-38 (7-11) 21-16 (10-14x1) 38-32 is het nog niet helemaal duidelijk, ondanks het feit wit nog maar een speelbaar stuk heeft. 

 

Tot veel terechte verontwaardiging gaf de stelling uit Alla Chorosjenko - Anton van Berkel aanleiding. Na 48-42 zou zwart niet erg best staan. In de partij volgde 43-38 (13-19) (12-18) (3-9) (24-29x27) (29-33) en 30-34x41 X. Wit kwam niet meer tot tegenstand van betekenis. De manoeuvre 36-31 (41-46) 31-27 met de dreiging 13-9, 47-41 en 27-22 is net een zet te laat. 

 

Met stip de aardigste partij van de dag was mijn partij. Mijn tegenstander is kennelijk een echte liefhebber, maar een beetje te goed voor deze wereld. Bij voortduring wist hij met kromme maar bij nader inziens alleraardigste zetten duivelse valstrikken in de stand te weven. Iets meer geluk en/of koelbloedigheid en hij had wellicht aan het langste eind getrokken.

Luteyn,F. - Tongeren,van,A.Competitie, 29-01-2005
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-22 4.28x17 11x31 5.36x27 7-12 6.33-28 1-7 7.41-36 20-24 8.42-38 15-20 9.39-33 10-15 10.47-42 4-10 11.44-39 20-25 12.46-41 15-20 13.50-44 10-15 14.27-21 16x27 15.32x21 23x32 16.37x28 5-10 17.42-37 24-29 18.34x23 18x29 19.33x24 20x29 20.48-42 19-24 21.37-32 14-19 22.41-37 10-14 23.21-16 14-20 24.39-33 25-30 25.43-39 20-25 26.40-34 29x40 27.45x34 12-18 28.28-22 18x27 29.32x21 8-12 30.33-28 12-18 31.37-32 18-23 32.36-31 13-18 33.31-27 9-13 34.42-37 3-8 35.37-31 8-12 36.38-33 6-11 37.28-22 11-17 38.22x11 23-28 39.32x14 13-19 40.14x23 18x38 41.11-6 38-42 42.21-17 12x32 43.34-29 24x33 44.39x48 2-0 (1.49/1.52)

 

Een typische simultaan opening. Het kan natuurlijk niet echt goed zijn voor zwart en als je geduldig bent dan komen te punten vanzelf. Meestal ga ik in simultaans verder met 6.43-38 1-7 7.41-36 20-24 8.36-31 14-20 9.46-41 10-14 10.49-43 5-10 11.31-26 en mijn tegenstander heeft al minstens drie keer mogen terugzetten, omdat hij ergens intuinde. Een beetje een bezwaar van 6.43-38 1-7 7.41-36 is de reactie 7...19-24-29, die door enkele damesspelers ingestudeerd en uitermate moeilijk adequaat te bestrijden is (zie Gantwarg - van Lith). Zwart gaat verder met 8...15-20 en bood mij daarmee een gemakkelijke opbouw. Ik had 8...14-20 lastiger gevonden. Wanneer je de ruil 9...18-22x23 resp. 9.39-33 24-29 niet wilt toelaten, dan moet het komen van 9.38-33 24-29 10.33x24 20x29 en dat is het niet helemaal voor wit.

Je wilt tegen een speler van dit kaliber je elo-punten zo massaal mogelijk in de strijd gooien. Ik heb daarom ongewoon veel tijd aan de opening besteed om het kansrijkste plan te verzinnen. Zwart dreigt met de manoeuvre 13...10-15, 5-10, 24-30x29x30x23. Dat is natuurlijk niet echt een goed plan, maar het weerleggen ervan is geen sinecure. Waarschijnlijk is 13.36-31 10-15 14.41-36 5-10 15.50-44 24-30 16.35x24 20x29 17.33x24 19x30 18.28x19 14x23 19.34-29 23x34 20.40x29 de verstandigste oplossing. Echter voor het zover is, kun je ook als wit actief worden. Naast de partijvoortzetting werd 13.36-31 10-15 14.34-29 23x34 15.40x29 overwogen. De belangrijkste voortzetting is dan 15...5-10 16.28-23 19x28 17.32x23 25-30 18.50-44 en de spelers hebben elkaar in de wurggreep. Een dergelijke opstelling heeft zich voorgedaan in de partij:

Wiersma,H. - N'Diaye,Mam. Suiker GMA, 19-12-1975
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 20-24 4.37-31 7-12 5.43-38 17-22 6.28x17 12x21 7.49-43 21-26 8.33-28 26x37 9.42x31 14-20 10.47-42 10-14 11.39-33 5-10 12.44-39 2-7 13.41-37 7-12 14.50-44 20-25 15.46-41 15-20 16.27-22 18x27 17.31x22 11-17 18.22x11 16x7 19.36-31 12-18 20.31-27 7-12 21.27-21 6-11 22.41-36 10-15 23.34-29 23x34 24.40x29 4-10 25.21-16 1-7 26.28-23 19x28 27.32x23 25-30 28.36-31 11-17 29.37-32 18-22 30.42-37 13-18 31.48-42 9-13 32.31-26 3-9 33.37-31 20-25 34.29x20 15x24 35.16-11 7x16 36.32-27 18x29 37.27x7 8-12 38.7x18 13x22 39.33-28 22x33 40.39x28 9-13 41.31-27 29-34 42.44-39 13-18 43.38-32 14-19 44.39-33 19-23 45.28x19 24x13 46.35x24 10-14 47.32-28 17-22 48.28x17 14-19 49.24-20 25x14 50.33-29 34x23 51.27-21 16x27 52.17-11 23-28 53.11-7 28-32 54.7-2 14-20 55.2-11 19-23 56.11-44 23-29 57.44-49 29-34 58.43-39 34x43 59.49x15 18-23 60.15-10 23-29 61.10x41 29-33 62.45-40 2-0 (2.26/2.19)

Na afloop van deze partij was Harm er bepaald niet van overtuigd, dat het allemaal verantwoord is voor wit. We hebben er gisteravond met z'n drieën langdurig aan zitten schuiven. De jongens houden wel van zo'n stelling zolang ik het maar niet in mijn hoofd haal zoiets tijdens de partij te doen. Beide spelers hebben precies vier stukken, waarmee gespeeld kan worden. Gisteravond trok wit steevast aan het langste eind.

Ik was niet echt blij met het partijverloop. De uitval naar 29 is natuurlijk aangewezen en de voorpost is onaantastbaar, maar je hoopt toch op een wat meer timide reactie. Ik besloot wat te rommelen en de testzet 20.48-42 te spelen. De gedachte is om na 19-23x23 wederom naar veld 28 te gaan om de zwarte voorpost een beetje te treiteren. Na 20.48-42 19-23 21.28x19 14x23 22.38-32 is 10-14 verhinderd door de drie om drie 21-17 en 32-27x10 met schijfwinst. Na de trage zet 22...9-14 heb ik de tijd voor 43-38 en 49-43. Op 22...12-18 moet ik direct 23.32-28 23x32 24.37x28 spelen en wit staat bij nader inzien eigenlijk best goed.

De aanval 20.39-33 is daarentegen zinloos. Na 20...14-20 33x24 20x29 zijn zowel 44-39 als 43-39 verhinderd en kan zwart alsnog 9-14 gevolgd door 19-23x23 spelen. De partijvoortzetting 20...19-24 kwam als een volslagen verrassing. Het heeft drie zetten geduurd voor ik de bedoeling ervan doorzag. De beslissingen 21.37-32 en 22.41-37 werden gespeeld op puur positionele gronden.

De combinatie dreiging, waar mijn tegenstander al zetten lang op aan het spelen was heb ik totaal overzien. In de diagramstand is 22.39-33?? bezwaarlijk vanwege (12-17), (10-14) en 24-30x46 X. De voortzetting 22.39-34?? heb ik eveneens om positionele gronden verworpen. Echter 22...10-14 23.34x23 12-17 24.21x1 8-12 is wel zo efficiënt. Een pietsje wit om de neus heb ik na 22.41-37 10-14 zo snel mogelijk schijf 21 aan de rand gezet voor het te laat was. Overigens blijkt 22.41-37 15-20!? wat tot 23.28-22 dwingt, aardiger dan het lijkt. Na 23...7-11 24.21-16 staat zwart erg slecht.

Ook met de daadkracht, waarmee zwart 24...25-30 speelde was ik niet erg blij. De opbouw met 25.43-39 leek mij beter, dan het efficiëntere 25.44-39. Het is handig om de dreiging 33-29 permanent bij de hand te hebben. Rechts moet wit een belangrijke beslissing nemen. Hij kan 28.28-22x21 ruilen; 28.36-31 spelen of de damzet 28.33-29 24x22 29.35x24 19x30 30.39-33 30x50 31.36-31 50x28 32.32x1 nemen. Hij is niet helemaal gratis, maar wel correct. Opgemerkt werd, dat zwart na 32...8-12 33.1x27 9-14 34.27x20 15x24 voldoende compensatie heeft voor de remise. Mijn tegenstander had hem niet gezien...

Arnaud was van mening, dat wit verder had moeten gaan met 28.36-31 18-23 28.31-27 8-12 29.37-31 12-17!! Hij is uren tevergeefs bezig geweest om zijn witte stelling te redden. Wit zou na 28.36-31 18-23 graag 29.28-22 willen spelen. Maar dan volgt de bevrijding 29...24-29!! en wit staat met lege handen. 

 

Wanneer je met wit iets wilt, dan moet je iets doen tegen 19-23 gevolgd door 24-29 met gelijkspel. Slechts twee zetten komen daarvoor in aanmerking t.w. 30.33-28 en 30.37-32. Minder geslaagd zijn zetten als 30.38-32?? of 30.37-31? Steeds volgt de combinatie 24-29. Na 30.37-31 is het een remisecombinatie, hoewel wit dat nog wel even moet maken.

Vermoedelijk is de zwarte stelling rechts nog volkomen in orde. De aangewezen zet is nu en een zet later 9-14. De bedoeling van deze zet is de doorbraakactie 23-29 en 30-34x34. Ook kun je soms schijf 21 naar dam geven en een feestelijke slag nemen over veld 29. Op lange termijn is de bedoeling van 9-14 om de velden 12 en 18 te bezetten voor de ruil 23-29x29 met aanval tegen de witte korte vleugel.

 

Ik was al enige tijd aan het rekenen aan de gevolgen van 32...9-14. Je kunt op meerdere manieren proberen de dreiging 23-29 en 30-34x34 te pareren. Het meest simplistisch is 33.49-43, maar dan moet je rekening houden met de meerslagfinesse 13-18 en 24-29x49. Ook komt het damgeven naar 1 er in sommige varianten in met een feestelijke naslag. Nog botter is 33.44-40. Ik was van plan dat alleen als allerlaatste toevlucht te gebruiken.

Een ander idee is 33.31-27 23-29 34.34x23 30-24 25.39x30 25x34 26.31-27 30-34 27.21-17 7-11 28.16x7 2x11 29.23-18 3-9 en wit komt moeilijk verder. Een klein hinderlijk detail is ook de combinatie 33.31-27 7-12 34.42-37 12-17 35.21x12 2-7 36.12x1 14-20 37.1x29 24x33 met vernietiging. Na 33.31-27 7-12 34.38-33 3-8! dreigt op de volgende zet 13-18 gevolgd door 23-29x29 met beslissende aanval. In de partij was ik 33.31-26 van plan. Het offer 33...23-29 34.34x23 30-34 35.39x30 25x34 kan dan beantwoord worden met 23-18x9 en 44-39x38 met kansen. 

Ook in deze stelling is 33...9-14 verre te prefereren boven het statische 33...9-13?? uit de partij. De voortzetting 34.28-22 is verhinderd door 3-8 en 23-29x48 X. Vermoedelijk moet wit eieren voor zijn geld kiezen met 34.34-29 24x31 35.35x22 en de situatie is hoogst onduidelijk. Iedere poging om constructief verder te gaan leidt tot een ramp, omdat zwart 7-12 en 23-29x29 speelt.

Wit moet nog even oppassen. Na 36.31-26 7-11 37.16x7 2x11 is 38.21-16 verhinderd door de meerslagfinesse 38...18-22x42 met minstens remise. Na 38.28-22 12-17x7 is er nog een hele weg te gaan. Vandaar de voortzetting 36.38-33. Na het aangewezen 36...7-11 37.16x7  2x11 38.21-17 11x22 39.28x8 13x2 40.31-26 2-7 41.26-21 7-12 42.21-16 6-11 43.16x7 12x1 44.33-28 1-7 45.44-40 7-12 46.49-43 12-17 47.43-38 15-20  48.38-33 heeft wit de laatste zet zonder iets te hoeven nemen.

Hier neemt zwart zijn beste kans waar. Ik heb tien minuten zitten rekenen aan de gevolgen van 41...38-42 42.6-1 42-47 43.1-6 47-33 44.39x28 30x50. Ik maakt mij terecht grote zorgen. Na 45.28-23 7-11 46.6x30 25x34 wint wit niet meer. Het was volgens Ron pure pech, dat wit de winnende drie om drie 42.21-17! zag...