Schiedam - De leidende positie in de ereklasse heeft slechts een week geduurd. Tegen landskampioen Huissen ging het eerste roemloos ten onder. Beide topgrootmeesters van Huissen wisten hun partij te winnen, terwijl alleen Ron Heusdens erin slaagde iets terug te doen. Aanvankelijk zag de opstelling er niet onaardig uit. Alleen Rob Clerc wist dat hij op beton zou bijten tegen Gerard Jansen. Gantwarg en Cordier leken echter een te kloppen tegenstander te hebben, terwijl niemand hoefde te verliezen. Echter zowel Frits Luteijn aan bord 1 als Anton van Berkel aan bord 10 lieten zich overrompelen.

 

Anatoli had een slechte nacht. Het was hem al kort na de partij duidelijk, dat hij niet zijn beste kans had waargenomen. 's Nachts echter wist hij diverse gaten in zijn aanvankelijke analyse te dichten. In de deze stelling dreigt (8-12) 26-21, 27-22 en 33-29x20 met remise. Hij speelde 2-7? waardoor zijn tegenstander in tijdnood veel zetten had. Aanvankelijk was hij 13-19 van plan, maar hij kreeg het niet rond.

Een belangrijk aspect van 13-19 is dat de ruil 33-29xx29 beantwoord kan worden met 18-23, 17-21 en 8-12x31. Na (13-19) 40-34 (8-12) 33-29x29 (14-20x20) gaat schijf 27 vallen. Bijgevolg is het verloop (13-19) 38-32 (17-22) 43-38x37 (8-12) aangewezen. Wederom is de ruil 33-29x29 verhinderd. Nu door het zetje 14-20 en 12-17x47. Aangewezen lijkt 32-27 (2-7) 37-32? (37-31 is waarschijnlijk nog houdbaar) (12-17) 33-28 (7-12) 40-34 (17-21) 42-37 (12-17) 45-40 (4-10) 38-33 (10-15) 34-30 (23-29) en het ziet er somber uit voor wit.

 

Volgens Guido zit er een lek in de analyse. Na (12-17) speelt wit geen 45-40?, maar 38-33! Dan is (4-10) verhinderd door 37-31!! (21-26) 45-40 (26x37) 32x41 (23x21) 34-29 W+ Ook op (4-9) volgt 37-31 en nu niet (21-26?) 28-22 (26x30) 22x4 (30-34) 4-15 W+, maar (9-13) 31-26 (24-30) = en niet (17-22?) 28x17 (21x12) 32-28 (23x21) 26x8 (13x2) 34-29 W+ Ten slotte is ook 38-33 (21-26) 45-40 (4-9) 34-30 (9-13) 40-34 (17-21) 28-22 (23-28) 32x12 (21x41) 34-29! remise.

Tijdens de analyse deed Gantwarg geloof ik geen (12-17) maar direct (4-10). In vergelijking met andere varianten geeft dat de extra mogelijkheid 28-22. Zwart houdt dan wat voordeel. Maar veel lijkt het niet voor te stellen. In tijdnood van wit met minder dan vijf minuten voor de hele zettenreeks had het een en ander zeker kansen gegeven.

Anton van Berkel had een zware partij tegen Alexander Baljakin. In de diagramstand heeft hij geen centrum meer. Hij speelde 34-29x29 en werd verrast door (19-24!) met de dreiging (8-12) gevolgd door (14-19). Na 43-38 en 45-40 volgt (14-19) en (17-21x45). Na het ruiltje 34-29x30 in de beginstand verliest wit een schijf door (17-21) X. Misschien valt er nog wat te redden met 33-29 met plakkers naar 2. Na (8-12) 43-38 (7-11x1) komt de dreiging 19-24 wederom in de stand en is het verschrikkelijke 24-30 slechts een kwestie van tijd.

Guido ontdekte met Truus, dat de variant 34-29x29 (19-24) 43-38 (8-12) 45-40 (14-19) 25x23 (17-21) 29x20 (21x45) 16-11!! (18x38) 11x2 (15x24) 2x30! remise is door het vallen schijf 12. Truus speelde daarom i.p.v.  (14-19) de zet (13-19) 33-28!? (24x35) 27-22x2 (12-17) 2x30 (35x24) 28-22 en 16-11 wat remise lijkt. Wat er in de partij gespeeld is weet ik niet precies. Er is op een of andere manier geofferd door wit. Diverse offers lijken mogelijk. Voor de hand ligt het offer 43-38 (8-12) 29-23 (18x29) 45-40 (13-19?) 35-30 (19-23) 27-22 met tegenaanval.

Op de club gaf Rob Clerc het werkelijke verloop van de partij. Er blijkt 34-29x29 (19-24) 45-40?? gespeeld te zijn. Dat dreigt dan direct de manoeuvre 33-28 en 27-22x2. Echter Baljakin haalde hem eruit met 7-12! en het was over. Veel sterker is het door Guido aangegeven 34-29x29 (19-24) 43-38! De voortzetting 7-12 komt dan simpelweg niet in aanmerking, vanwege het offer 29-23 en 27-22. Na (8-12) 45-40 (13-19) is de afwikkeling 33-28!? remise. Het offer 29-23 of zetten als 39-34 (of 40-34) zijn de moeite van het bekijken waard, als je meer wilt. Het is in dit verloop essentieel om te zien, dat (14-19) geen winstkansen biedt voor zwart.

Ron Heusdens redde de eer door nevenstaande stelling te winnen. We weten niet hoe het precies verlopen is, want we moesten naar huis. Het verloop was 50-44 (18-22) 44-39(?) (22-27) 48-42 en volgens de heren grootmeesters is (27-31) simpel remise. Hoe het gewonnen is na (28-32) weten Truus en ik ook niet. Wel direct gewonnen zou zijn 50-44 (18-22) 48-42 22-27/28 42-37 en zwart komt nergens meer.

Guido en Ron reageerden: Er is gespeeld 50-44 (18-22) 44-39(?) (22-27) 48-42 (28-32?) 39-34 (15-20) 24x15 (14-19) 34-30!! (25x23) 15-10 (23-29) 10-5 (19-24) 5x37 (29-33) 37-31! en uit. De variant 50-44 (18-22) 48-42! (22-28) 42-37? faalt op (14-20) 44-39 (25-30) en (20-24x24)=. Dus moet wit in plaats van 42-37 met 44-39 af op de partijvariant.

 

 

In de opening speelde Ron zijn eigen 'geheime' wapen tegen. Er volgde 1.32-28 16-21 2.31-26 18-22 2.37-32 11-16 3.41-37 7-11 4.37-31 13-18 5.42-37 9-13 6.48-42 1-7 7.46-41 4-9 8.34-30 20-25 9.30-24 19x30 10.35x24 14-20. De meeste witspelers kregen schitterend spel na 11.39-34 20x29 12.34x23 18x29 13.33x24 22x33 14.38x29.

Zelf speelt hij echter het verrassende 11.33-29 22x33 12.39x28. De pointe daarvan is kennelijk 12...21-27 13.32x21 16x27 14.31x22 18x27 15.37-31 en 15...12-18 16.31x22 18x27 faalt op het dammetje 29-23, 28-23 en 38-33x1 X. Bijgevolg heeft zwart na 17-22x22 een troosteloze stand, waarbij schijf 27 verloren dreigt te gaan. Er volgde 12...9-14 13.31-27 3-9 14.28-22 17x28 15.26x17 11x31 16.32x23 18-22 17.36x18 13x22 18.40-34 9-13 19.23-18x27 met groot positievoordeel. De overgang naar het vier om vier eindspelletje vanuit een schijnbaar houdbare tien om tien is mij enigszins ontgaan.

 

 

Zelf moest ik aantreden tegen Gunter Valneris. Ik was daar niet echt blij mee. De opening verliep echter vlot en voorspoedig. Hij gebruikte veel tijd en leek eigenlijk niets bereikt te hebben. Een misplaatste poging de druk op de ketel te houden, eindigde door een voor mij wat verrassende afwikkeling in een desastreus afspel. Eerder met RDG heb ik een keertje wel probleemloos remise gehaald tegen hem, nadat ik door een misverstand bijna een uur te laat in de speelzaal was. Binnen de kortste keren was hij ook toen in schreeuwende tijdnood zonder dat hij veel bereikt had:

Luteyn,F. - Valneris,G. NLD-chT, 06-01-1996
1.31-26 18-23 2.36-31 12-18 3.41-36 7-12 4.46-41 1-7 5.31-27 20-24 6.36-31 14-20 7.33-28 10-14 8.28-22 17x28 9.41-36 28-33 10.38x29 24x33 11.39x28 20-24 12.42-38 15-20 13.47-42 5-10 14.34-30 11-17 15.44-39 7-11 16.28-22 17x28 17.27-21 16x27 18.31x33 12-17 19.30-25 10-15 20.32-27 8-12 21.37-32 2-7 22.50-44 11-16 23.33-29 24x33 24.38x29 23x34 25.39x30 18-22 26.27x18 12x23 27.43-38 7-11 28.44-39 17-21 29.26x17 11x22 30.32-27 22x31 31.36x27 6-11 32.39-33 20-24 33.38-32 11-17 34.49-43 13-18 35.43-38 9-13 36.33-28 17-21 37.38-33 15-20 38.40-34 4-10 39.42-38 10-15 40.34-29 23x34 41.30x39 3-8 42.48-42 8-12 43.42-37 18-23 44.45-40 12-17 45.40-34 24-29 46.33x24 20x40 47.35x44 15-20 48.44-40 20-24 49.40-35 13-18 50.39-34 14-20 51.25x14 19x10 52.28x30 17-22 53.37-31 21-26 54.30-24 26x28 55.24-19 22x31 56.19-14 10x19 57.38-33 28x30 58.35x22 1-1 (1.53/2.11)

Valneris,G. - Luteyn,F. Competitie, 11-12-2004
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.35-30 20-25 4.40-35 10-14 5.45-40 14-19 6.33-29 5-10 7.30-24 19x30 8.35x24 15-20 9.24x15 25-30 10.34x25 23x45 11.37-32 16-21 12.31-26 21-27 13.32x21 11-16 14.41-37 16x27 15.46-41 6-11 16.39-34 18-23 17.37-32 11-16 18.32x21 16x27 19.41-37 7-11 20.37-32 11-16 21.32x21 16x27 22.42-37 1-7 23.37-31 17-22 24.48-42 10-14 25.42-37 23-28 26.34-30 13-19 27.25-20 14x34 28.38-32 27x38 29.43x14 9x20 30.15x24 3-9 31.37-32 9-14 32.31-27 22x31 33.36x27 14-19 34.24x13 8x19 35.32-28 4-9 36.27-21 7-11 37.47-42 11-16 38.21-17 12x21 39.26x17 2-8 40.49-43 9-13 41.44-40 34-39 42.43x34 13-18 43.40-35 18-22 44.17-11 22x33 45.11-6 19-23 46.6-1 23-29 47.34x23 33-39 48.42-38 39-44 49.50x39 45-50 50.38-33 8-13 51.1-6 2-0 (1.57/1.44)

De theorie in dit soort stellingen is, dat wit graag met een ruiltje naar 27 of 28 gaat. Toch was ik in deze stelling meer bezorgd over 11.31-27, dan over het gespeelde 11.37-32. De enige manier om schijf 27 echt weg te krijgen is het ruiltje 11...18-22 12.27x18 13x22. Maar dan ontstaat er een ernstige verzwakking in het zwarte centrum. Schijf 1 heb ik dan liever in het centrum of op de andere vleugel. Je kunt ook berusten in een wit steunpunt op 27, maar dan wordt het een echte partij en daar zat ik eigenlijk niet voor.

In de stand met de voorpost heb ik mij nog een beetje zorgen gemaakt over de stormloop 15.37-32 etc. Je kunt vooralsnog niet met goed fatsoen verdedigen met het ruiltje 17-21x21. Echter na de drie dubbele achterloop 15.37-32 6-11 16.32x21 11-16 17.42-37 16x27 18.37-32 7-11 19.32x21 11-16 20.46-41 16x27 21.41-37 1-7 22.37-32 7-11 etc. is de vaart uit de aanval en kan je je wel verdedigen met 18-23 en/of 17-21x21 tegen de volgende achterloop.

 

Het was dan ook geen echte verrassing, dat Valneris koos voor de probeerzet 16.39-34. Zwart besloot om zo alert mogelijk te reageren met 16...18-23 en geen 34-29 toe te laten. Ron was niet erg te spreken over 18-23. Hij ziet het als de bron van de latere moeilijkheden.

Inmiddels begon ik mij ook wat zorgen te maken over de hangende schijf op 10. Er kunnen immers zetjes naar 5 in de stand komen. Als schijf 27 op het bord blijft, dan stel je je als zwart het liefst op met 10-14. Echter als de stand omgebogen wordt na klassieke, dan is wellicht 9-14 de juiste voortzetting. Voorlopig had ik geen tijd om een beslissing over dit issue te nemen. Ik moest schijf 27 verdedigen. In de partij doe ik toch nog iets te snel 10-14 spelend op damzetjes naar 48. Na eerst 24...23-28 en daarna pas een beslissing als 10-14 gaat het allemaal wat rustiger. 

Ik vind het niet prettig spelen tegen zulke grootmeesters als Valneris. Een normale speler zou allang het hoofd in de schoot hebben gelegd, terwijl hij met van alles blijft dreigen. De damzet 25...22-28 26.31x33 23-28 27.33x22 14-20 en 13-18 is te duur. Het liefst zou ik het rustige 25...7-11 spelen om pas na 26.47-41 23-28 te spelen. Maar dan kan hij met 26.34-29 23x34 27.47-41 de dreiging 43-39 (34x32) 37x6 in het spel brengen. Je kunt ook 25...13-18 spelen. De achterloop 26.37-32 is dan verhinderd door het dammetje   7-11, 14-20 en 22-27x48. Maar ook dan kan wit het schijnoffer 26.34-29 23x34 27.37-32 of 27.47-41 overwegen. Schijf 34 staat wat gammel. Achteraf zit ik mij af te vragen, waarom wit het schijnoffer niet een zet eerder op de 25ste zet speelt. In de diagramstand besluit ik om het noodzakelijke 23-28 geen moment meer uit te stellen.

In verband met zetjes (44-39? (28-33) X.) is het gespeelde 26.34-30 volkomen logisch. Daardoor ben ik mij van bijbedoelingen van deze zet niet voldoende bewust. Zwart heeft in plaats van het rampzalige 26...13-19 twee alternatieven. Voor de hand ligt 26...13-18. Wit kan hergroeperen met 27.38-32 27x38 28.43x23 18x29 29.37-32. Schijf 29 staat volkomen veilig, maar de korte vleugel heeft in mindere mate dan in de partij toch last van een minderheidsaanval. Het verloop 29...12-18 30.31-27 22x31 31.36x27 18-23 is in de analyseruimte op het bord geweest. Vermoedelijk is 27...7-11 veiliger. Na 28.38-32 27x38 29.43x23 is de achterloop 13-19 natuurlijk eveneens verhinderd, maar terugwinnen van de schijf met 29...12-17 werkt wel.

Goede raad is duur in deze stelling. De twee om twee 30...22-27 31.31x22 12-18 32.22x13 8x30 faalt op 33.44-40 34-39 34.40-34 39-43 35.34x25 X. De opmars 30...22-28 kan beantwoord worden door 37-32x32 met winst van schijf 34. Niet correct is natuurlijk 31.44-40? Een voortzetting als 30...12-18 heeft het bezwaar, dat wit een verpletterden aanval kan realiseren met 37-32-28 en 44-39x29. Zwart mag schijf 24 absoluut niet ongemoeid laten. Toch is het gespeelde 30...3-9 niet de beste. Iets beter is 30...4-9 (of 4-10). Het voordeel daarvan is, dat schijf 3 op zijn plaats blijft. Het bezwaar zou kunnen zijn, dat er met schijf 24 gespeeld wordt. Na 30...4-9 31.24-20 is de ruil 31...9-14 32.20x9  3x14 verhinderd door 44.49-43 en 44-40 met schijfwinst. Echter na 31...12-18 heeft zwart de meeste dreigingen behoorlijk onder controle. Het is niet erg als wit doorloopt naar veld 15. Want daar doet die schijf weinig.

De zwarte stand is heel erg slecht. Steeds moet je rekening houden met 44-40 en ergens achterlopen door wit. Het gespeelde 35...4-9 is ontoereikend. Misschien biedt 35...7-11 iets meer verdediging. Op 36.27-21 kun je wellicht 36...11-17 spelen. De achterloop 37.44-40 34-39 38.28-22 (of 28-23?) is niet toereikend. Ook speelbaar lijkt 36...12-18. De manoeuvre 37.44-40 34-39 38.28-23 18x29 40.49-44 45x34 41.34x13 34-39! is een slag in de lucht.

Een zet te laat mij bewust van de verschrikkelijk dreigingen is de boel nu reddeloos. Op 36...12-18 wint 37.44-40 gewoon een stuk vanwege 37...34-39? 38.28-23 en dam op 3. Niet correct is 38.21-17 45x34 39.17-12, vanwege 39...19-24 40.12x1 24-29=. Na 36...9-13 37.28-22 2-8? 38.22-17 is het op slag uit. Met 37...19-23 38.22-17 13-19 39.17x8 2x13 kan je nog een beetje spartelen. Maar dat houdt snel op met maar één speelbare schijf 23. De zet 36...7-11 is een wanhoopspoging. Maar na tien minuten denken vond wit inderdaad het enige juiste 37.47-42!!, dat alle dreigingen in stand houdt.

 

Op 37.28-22 11-16 38.21-17 12x21 39.26x17 19-24 40.17-12 34-39 41.44x33 23-28 lijkt zwart gered. Na 37.44-40 11-16 38.40x29 16x27 heeft zwart voldoende compensatie in schijf 27 voor zijn zwakke aanwezigheid in het centrum. Op 37.21-16 12-17! 38.16x7 2x11 zijn alle zetjes eruit.

De doorbraak naar dam is de enige optie. Na 40...19-24 41.28-23 24-29 42.44-40 29x18 43.40x29 8-13 44.29-24! kan zwart opgeven. Het bevrijden van schijf 45 is de enige kans. Want op 45...8-12 46.34-29 33x24 47.6-1 12-17 48.1-6 17-21 zijn beide zetten 49.6-33 en 49.6-28 straal gewonnen. De partijzet 49...45-50? verliest op slag. Spelen met de schijven geeft meer verdediging. Op 49...8-13 moet wit een manier vinden om schijf 16 te stuiten. Na 50.1-12 45-50 51.38-33 13-18 =. Op 50.1-6 16-21 51.23-18 13x22 52.6x28 45-50  53.38-33 50-45 zijn de witte centrumschijven kwetsbaar. Wel winnend is 50.1-6 16-21 51.38-32! 21-26 52.39-33!! 13-18 53.23x12 45-50 54.6-28 26-31 55.12-7 31-36 56.7-1 36-41 57.28-5 X. Met deze winstgang ben ik wel enige tijd bezig geweest. Misschien had Valneris hem niet gevonden ?