Schiedam - Arnaud Cordier had ook ditmaal wat standjes achter de hand tijdens het natafelen. Deze stand is afkomstig van Ton Sijbrands. Naar verluid heeft Arnaud hier langdurig gezocht naar de oplossing. Wit heeft een een groot aantal beginzetten, die kansrijk lijken. Een groot aantal bekende finesses gingen over tafel, maar de winstvariant zat er niet bij. De belangrijkste dreiging is twee geven met 28-33. Aanvankelijke meende hij, dat 35-30 de oplossing was. Inderdaad is tweegeven, dan ontoereikend. Maar (23-29) 42x15 (32-37) 15-47 (28-32) gevolgd door 37-41 is remise. De oplossing is spelen met de dam. Na 42-31 (32-38) 14-9 (38-43) 9-3 mag zwart niet naar 49 en er dreigt 31-22 X. Na (43-48) volgt 3-26 (48-25) 35-30 X.

 

 

 

 

 

Lange tijd dachten we dat Anton de wedstrijd in handen had. Het probleem schijnt te zijn, dat zwart na 11-6 (44-50) 6-1 (12-17) 21x12 niet (19-23?), maar (24-29!) speelt met op slag remise.

 

Arnaud heeft het langdurig geprobeerd tegen N'Diaye. In de diagramstand volgde de afwikkeling 32-27 (23x43) 29x9 (43-49). Hier werd langdurig nagedacht. Het voor de handliggende 21-16 faalt op (7-11) 16x18 (19-23) 18x20 (26x3) met winstkansen voor zwart. Het plan 9-4 (49x16) 4-10 verliest op slag door (16-38) X. Daarom besloot hij af te wikkelen naar een 'gemakkelijke' remise met 9-4 (49x16) 33-29 (24x44) 26-21 (16x30) 35x13 =.  

 

 

 

 

 

De cruciale partij van de middag was de partij Hans Jansen - Ron Heusdens. Zwart kwam goed uit de opening. Hij heeft een hekstelling met maar een stuk op de lange lijn. Met schijf 9 op 7 zou hij totaal gewonnen staan. Nu zit hij een beetje met het overtollige materiaal op de veld 4 en 9. Aangegeven werd, dat zwart belangrijk voordeel bereikt met een keertje (17-21x21). De drie om drie met 34-30 en 32-27x30 e.d. kan nooit de bedoeling zijn voor wit.

 

Er volgde waarschijnlijk (10-14) 50-45 (4-10) 36-31 (2-7) 41-36 (7-11) 32-28 (17-22) 28x17 (12x21) 26x17 (11x22) 31-26 (14-19) 37-32 (10-14) 32-28 (16-21) 28x17 (21x12) 26-21 (18-22) 29-23 (19x28) 34-30 (25x34) 39x10 (28x37) 10-5 (12-18) 5x41 (13-19) 41x25 (9-14) en zwart was op klaarlichte dag een schijf kwijt geraakt. De situatie is nog volstrekt onduidelijk. Later ontstond een eindspel, dat onverwachts gemakkelijk gewonnen bleek voor wit.

 

 

Aanvankelijk meende men met 3-9 (27-32) 9-14 te kunnen winnen. Maar dat is na (32-37!) natuurlijk onzin. Hans maakte het af met zoiets als 3-9 (27-32) 9-31 (41-46) 31-36 (46-37) 36-47 en schijf 32 werd uitgewisseld tegen 24. Het overblijvende 4 om 2 eindspel is simpel gewonnen. Wit zet een schijf op 25, 34 en 45 en de dam op 24. Zwart schijf op 15 en dam op 46. Er dreigt de klemzet met 25-20. Zwart mag niet op veld 37 staan, vanwege de afname 24-42 X. Na (47-41) 25-20 (41-47) 34-30 (47-36) 20-14 is wit er doorheen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Nevenstaande stelling kwam langdurig op het bord. Cordier was voorstander van de enkele ruil (17-22x22). Zwart dreigt naar veld 27 te ruilen. Na 31-27x27 (14-19) 37-32 (10-14) 32-28 (6-11) 42-37 (11-17) 35-30 (24x35) 27-21 (16x27) 28-23 (19x28) 33x11 (27-31) 11-6 (31x24) 34-30 staat wit er gewoon teveel achter om op meer dan remise te mogen hopen. De kaatsingszetjes, als zwart in dit verloop een keertje 12-17? speelt werd zelfs niet eens aangegeven door de heren.

 

Na de dubbele ruil is de strijd nog lang niet gestreden. Aan gegeven werd, dat zwart natuurlijk (17-22xx22) 31-26 (14-19) 37-32 8-12 moet spelen. Direct 32-28 doet niets, omdat zwart gewoon terug kan ruilen. Voor de hand ligt 42-37 (10-14) 32-28 12-17.

 

 

 

 

De dubbel ruil (3-8) komt niet in aanmerking, omdat wit na afloop 33-28-23, 34-30x10 speelt met winst van schijf 23. In de stand rechts werden de heren niet echt zenuwachtig. De afwikkeling 35-30, 23-28 en 29-24 doet niets. En dat blijft zo na 37-31 (3-8)! Na 38-32 zit er een dam in voor zwart. Het enige idee is 23-28 (19x28) 38-32 (18-23) 29x27 (17-22) met remise. Het simpelste is 32x23 (22x42) 23-19 (14x23) 33-29 (24x33) 43-38 (42x33) 34-30 =.

 

 

 

 

 

 

 

Zelf moest ik aantreden tegen Peter van der Stap. Precies dezelfde opening als in de halve finale van de beker tegen Wim Bremmer kwam op het bord. Ook deze opening behoort tot mijn ijzeren repertoir. In principe is het geen goede opening, maar de tegenstander heeft zo weinig gelegenheid om erop te oefenen. Ik ben immers de enige in de verre omtrek, die hem wel eens speelt. De eerste 30 zetten brachten een tijdverdeling van 15 minuten tegenover anderhalf uur voor mijn tegenstander. Rob was bang, dat ik met dit tempo zou doorstiefelen. In werkelijkheid heb ik natuurlijk 15 minuten plus 90 minuten van mijn tegenstander nagedacht.

 

Stap,van der,P. - Luteyn,F. Competitie, 27-11-2004
1.32-28 20-24 2.37-32 18-23 3.34-29 23x34 4.40x20 15x24 5.41-37 13-18 6.45-40 18-23 7.46-41 8-13 8.40-34 12-18 9.44-40 10-15 10.49-44 14-20 11.28-22 17x28 12.33x22 18x27 13.31x22 5-10 14.34-30 2-8 15.30-25 10-14 16.36-31 8-12 17.41-36 13-18 18.22x13 19x8 19.39-33 8-13 20.44-39 14-19 21.25x14 9x20 22.31-27 4-9 23.33-28 12-18 24.37-31 7-12 25.47-41 11-17 26.41-37 6-11 27.50-45 1-6 28.39-34 9-14 29.34-30 17-21 30.27-22 18x27 31.31x22 23-29 32.40-34 29x40 33.45x34 3-8 34.43-39 20-25 35.39-33 11-17 36.22x11 6x17 37.36-31 13-18 38.31-27 8-13 39.37-31 21-26 40.42-37 17-21 41.48-42 24-29 42.34x23 25x34 43.33-29 34-39 44.28-22 19x17 45.29-23 18x29 46.27-22 17x28 47.32x43 12-18 48.43-39 18-22 49.39-33 14-19 50.33-28 22x33 51.38x29 19-24 52.29x20 15x24 53.42-38 13-18 0-2 (2.00/1.42)

 

In deze opening stelt zwart zijn tegenstander in de gelegenheid gratis een stuk van de lange vleugel te ontwikkelen. Echter dan moet wit natuurlijk wel alle stukken op het bord houden. De ruil 3.34-29 herstelt het evenwicht. Meestal wachten de witspelers, die niets willen nog een tijdje met de ruil 34-29. Veel beter is gewoon 2.34-30 of 3.41-37 13-18 4.31-27 etc. en wit behoudt zijn theoretische voordeeltje. De zet 7.46-41 is zo'n typische scherpe zet, die er bij Peter zo nu en dan tussendoor glipt. Hij wil de oversteek 16-21-26 niet toestaan, terwijl hij ook niet de opstelling van Wim Bremmer wil met 31-27, 37-31 etc. Ook zo'n statische zet als 10.49-44 is kenmerkend voor hem en voor Wim Bremmer. Veel beter is direct 50-45.

 

Dit is een belangrijke positie. Het openhouden van veld 12 maakt het makkelijker om de zwarte vleugel flexibel op te bouwen zonder angst voor dammetjes naar 5. Daarentegen is de Ghestem uitstoot uit de partij toch wel een probleem. Een zet als 10...5-10 is wel aardig voor op de clubavond, maar voor een serieuze partij toch iets te scherp. Waarschijnlijk doet zwart er beter aan om toch maar 10...7-12 te spelen. Na 11.34-30 14-20 zit de Ghestem er wederom in, maar heb ik de oversteek van schijf 7 naar veld 12 al voor elkaar. In de partij kwam het er niet meer van, omdat ik de drie om drie naar veld 7 te mager vond.

De stelling rechts vraagt om de ruil 32-28x28 om de zwarte lange vleugel permanent uit balans te brengen. Direct 16.32-28 23x32 17.37x28 7-12 18.39-33 12-17 19.44-39 zou wel eens last kunnen hebben van de manoeuvre 4-10 gevolgd door 24-29x29 en 19-23. Het is allemaal niet zo verschrikkelijk, maar wachten met 16.36-31 is beter. Zwart moet nu besluiten of hij de afwikkeling 16...7-12 17.22-18 13x22 18.32-28 22x33 19.38x7 1x12 20.39-33 gaat toelaten of niet. Ik besloot om het niet toe te laten.

 

In deze stelling staat wit uitstekend als ik probeer constructief verder te gaan. Na 17...12-17 18.32-27 17x28 19.27-21 16x27 20.31x33 heeft wit een makkelijke klassieke stelling, terwijl hij ook gewoon zou kunnen opvangen met 18.38-33. Na 17...12-18 18.47-41 18x27 19.31x22 wordt de situatie niet beter, terwijl 17...16-21 18.22-18 13x22 19.31-27 mij ook niet goed voor de zenuwen van mijn medespelers leek.

 

Op weinig elegante wijze heeft zwart rechts een uitstekende positie bereikt. De enige verantwoorde voortzetting leek mij de dubbele ruil 28.28-22 17x28 29.27-21 16x27 30.31x33 en het gaat wel weer voor de witspeler. Zwart heeft te weinig kracht op de korte vleugel om een centrumaanval te kunnen winnen, terwijl de witte korte vleugel eveneens een aanval wel zou moeten kunnen doorstaan. Het gespeelde 28.39-34 is een buitengewoon magere voortzetting.

 

 

 

Hier dreigt zwart met 21-26 gevolgd door 12-17-22x22 een dodelijke lange vleugel opsluiting in te nemen. Het tempo is precies verkeerd om de bomzet erin in te houden. Zowel na 30.30-25 21-26 31.43-39 12-17 als 30.43-39 21-26 31.39-33 12-17 staat wit plat. Kennelijk had wit de uitstoot 23-29 niet gezien. Anders had hij de ruil naar het kerkhof een zet uitgesteld met 30.43-39 21-26 31.27-22 of 30.30-25 21-26 31.27-22 en er is niet veel aan de hand.

 

Rechts is de belangrijkste dreiging 32.30-25 21-27 33.22x31 29-34 34.40x29 24x22 en zwart staat goed. Meer zit er overigens niet in. Na 32.30-25 3-8 33.40-34 29x40 34,35x44 12-18 35.37-31 18x27 36.31x22 8-12 37.44-39! staat wit uitstekend.

 

 

 

Voor het eerst in de partij ben ik er eens goed voor gaan zitten. Er zijn twee zaken, waarmee je rekening moet houden, t.w. de ruil 34-29x39 en de opmars 43-39-33. Voorts zijn er wat kleine dreiginkjes op 33...20-25, 33...12-17 en 33...21-26. Zwart moet kiezen uit 3-8 en 3-9. De zet 3-9 is niet zo handig in de variant 33...3-9 34.43-39 20-25 35.39-33 11-17 36.22x11 6x17 37.36-31 12-18 38.31-27 18-22? 39.27x18 13x22 40.48-43 9-13 41.34-29 25x23 42.33-29 =.

 

In de variant 33...3-8 34.43-39 20-25 35.27-22 moet het ruiltje 25...11-17 26.22x11 6x17 wel kloppen. Want 25...21-26? 26.34-29 25x23 27.33-29 24x33 is niet helemaal duidelijk. Maar andermaal bleek ik het tempo mee te hebben. Na 33...3-8 is de enige redding de magere terugruil 34.34-29 24x33 35.28x39 19-23 36.39-33. Na 36...11-17 37.22x11 6x17 heeft zwart een klein initiatiefje.

 

Met nog een paar minuten op de klok tegen ruim een uur voor mij stort het witte verzet snel in elkaar. Na het gespeelde 38.31-27 8-13 is het helemaal uit, omdat wit onvoldoende tempo's heeft en de dreiging 24-29 (33x24) 14-20 in de stand komt. Na 39.48-43 14-20 40.27-22 18x27 41.43-39 is 41...24-29 verschrikkelijk. De enige verdediging moet uit 38.31-26 komen. De voortzetting 38...18-22 is verhinderd door 34-29 en 33-29. Na 38...8-13 39.37-31 24-29 40.33x24 14-20 41.31-27 20x40 42.35x44 25x34 43.27-22 18x27 44.28-23 X. Ook 38...18-23 39.37-31 23-29 40.34x23 25x34 doet om meerdere redenen niet veel (32-27 of 31-27). Zwart moet hebben van de variant 38...21-27! 39.32x21 16x27 40.37-32 18-23 41.32x21 23x43 42.48x39 8-13! 43.42-38 24-29 44.33x24 14-20 45.39-33 20x40 46.35x44 25x34 47.33-28 13-18 X.