"We have just detected, that Cordier isn't a Frenchman. He doesn't like coffee. Het doesn't like wine. He likes Dutch food. He did take as much 'sambal' on the Couscous as all the others together. He speaks all the time English and always wins his games. We don't know from which country he is. But it can't be Belo Russian, because Gantwarg likes wine very much."

 

 

 

Hij maakte bovenstaande compositie bij het verzoek om een Turkse slag. En inderdaad moet je het daar in bovenstaande stelling van hebben. Na 27-22 en 30-24 speelt zwart 40-44-49-32-28. De oplossing is 1.30-24 19x30 2.25x32 18-23a 3.43-39 40-45 4.39-33 45-50 5.47-42 X. De zet 2...18-23 is gedwongen, omdat op 2...40-44 3.43-39 44x33 4.32-28 33x31 5.41-37 X volgt.

 

Een subtiel eindspelletje. Wit speelt en maakt remise. De oplossing is 1.41-37 18-23 2.47-42 23-29 3.42-38 29-34 4.37-32 27-31 5.38-33 en wat zwart ook speelt steeds offert wit een schijf en loopt dank zij lijnblokkade door naar dam.

 

 

Schiedam - De belangrijke wedstrijd tegen Hiltex werd zaterdag degelijk gewonnen. Met drie teams waren we in Amsterdam en de anderen gingen helaas roemloos ten onder. Hiltex 1 is een lastig en sterk team zonder veel echte toppers. Het zit vol met vergane glorie en aanstormende jeugd. Vooral de aanstormende jeugd ging zaterdag ten onder. Dirk van Schaik won tot ieders en eigen verbazing van Kloosterziel, terwijl Gantwarg Wiering in de tang nam. Na het missen van een goed kans in het middenspel, wist hij in het afspel nog de volle buit binnen te halen. Arie van de Weteringh had de zwaarste klus. Tegen Kees Thijssen eindigde hij in een zes om zes, die hij na uren wachten op zijn tegenstander redelijk vlot remise wist te maken.

 

Wederom speelde Arie van der Weteringh een belangrijke rol in de wedstrijd. Deze stelling heeft minstens drie kwartier op het bord gestaan, terwijl Kees Thijssen wanhopig op zoek was naar een winstgaatje. De witte stand is weliswaar fraai, maar wat kwetsbaar. Dat blijkt uit het verloop 33-28 (8-12) 36-31 (12-17) 31-27 (13-18) 27x16 (17-22) 28x17 (18-23) en zwart haalt zonodig twee dammen. De poging 36-31 (8-12) 31-26 faalt op 25-30x32, terwijl 36-31 8-12 31-27 de afwikkeling 13-18-23x27 geeft. Een idee in het partijverloop is nog 31-26 i.p.v. 31-27. De remise moet dan komen van 13-18-22.

 

Een andere belangrijke stelling was, die van Wim Vrijland tegen Jean-Marc Ndjofang. Zwartspeler had op een bepaald moment een schijfje moeten offeren om in het klassieke standje te overleven. Nadat hij die terug had gekregen leek zijn positie reddeloos. Edoch met (19-24) 39-34 (24-30) 43-39 (30-35) 18-13 (25-30) 34x25 (35-40) bewees hij toch nog een 'echte' grootmeester te zijn. Verloren is na (19-24) 39-34 de logische tussenzet (14-19?) 28-22 (24-30) 43-39 (30-35) 18-12 (25-30) 34x25 (35-40) 12-8 (40-45) 8-3 X. De winstpoging (19-24) 18-13 faalt op 24-29!

 

In nevenstaande positie kon Gantwarg naar achteraf bleek vrijwel op slag winnen met (13-18!) Na 37-32 is (27-31!) 41-37 (31x42) 38x47 (26-31) 49-43 (31-36) verschrikkelijk voor wit. In de partij deed hij (27-31) en er bleek nog veel verdediging. Het verschil is een of twee verdedigers op de witte lange vleugel. Rechts wist hij het zijn tegenstander nog moeilijk te maken met het verloop (13-18) 33-28 (31-36) 41-37 (18-22) 28x17 (12x21) 39-33 (21-27) 37-32? (27x38) 33x42 (26-31) 40-35? (31-37) 42x31 (36x27) 47-42 (27-32) 19-14 (20x9) 24-19 en zwart won.

 

Wit maakt meerdere fouten in dit verloop. Wat vreemd is aangezien de tijdnood voorbij was. Als er toch geofferd moet worden, dan is het handiger om dit een zet eerder te doen. Schijf 35 kan beter naar het centrum. De terugruil 37-32x42 is de beslissende fout. Na 40-35 zit er geen winst meer in. Een aantal varianten zijn aangegeven:

 

De beslissing viel al vroeg de wedstrijd tijdens de partij van Schaik - Kloosterziel. De zwartspeler heeft een veel hoger ELO-cijfer. Dirk ging aanvankelijk ook voor de remise. Zijn mededeling, dat hij in deze positie een half uur gerekend heeft op de gevolgen van de afwikkeling 30-25 (18-22) 25x23 (13-18) 29x20 (18x29) 33x24 (22x44) 38-33 (44-50) werd met wat ongeloof ontvangen door de grootmeesters.

 

Wit krijgt immers een mistroostig stuk op 20 voor de opgesloten zwarte dam. Zij zouden zelf zoiets geen seconde overwogen hebben. In de partij volgde terecht 47-42 (18-23) etc.

 

In reeds behoorlijke tijdnood van wit besloot zwart iets te wagen met 34-29 (10-15?) 29x20 (15x24). De afwikkeling 28-23 lijkt al heel redelijk. Maar 36-31 was nog een beetje vervelender. Het sluiten van het centrum met (18-23) is verhinderd door 33-29x7.

 

Er volgde 36-31 (2-8) 28-23 (19x26) 30x10 (17-21?) 27-22 (18x27) 10-5 (27-31) 42-37 (31x42) 38x47 en de reservedammen op de witte korte vleugel deden de rest. Het ruiltje (9-14) 10x19 (13x24) 33-29 (24x33) 38x29 (17-22) is aanmerkelijk beter. Wit loopt geen enkel verliesgevaar dank zij zijn reservedammen, Maar winst met twee stukken achter en een kwetsbare schijf 46 lijkt wat veel gevraagd.

 

Zelf moest ik tegen grootmeester Johan Bastiaannet. Dat is natuurlijk wat vergane glorie. Maar zelf zat ik ook niet erg goed in mijn vel na een zware week op het werk. Een puntje voor de club leek een goed uitgangspunt. Gelukkig had hij ook voor mij nog een klein beetje respect en maakte hij het mij niet al te moeilijk.

 

 

Bastiaannet,J. - Luteyn,F. Competitie, 13-11-2004
1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.41-37 7-12 4.46-41 1-7 5.34-29 19-23 6.28x19 14x34 7.40x29 13-19 8.32-28 9-13 9.37-32 19-23 10.28x19 13x24 11.32-28 16-21 12.41-37 11-16 13.31-26 10-14 14.45-40 14-19 15.37-31 18-23 16.29x27 21x23 17.40-34 4-9 18.34-29 23x34 19.39x30 20-25 20.44-39 25x34 21.39x30 5-10 22.38-32 10-14 23.42-38 8-13 24.47-42 12-18 25.49-44 7-12 26.32-28 2-8 27.28-23 19x39 28.30x10 15x4 29.44x33 9-14 30.42-37 14-19 31.37-32 17-21 32.26x17 12x21 33.32-27 21x32 34.38x27 8-12 35.48-42 6-11 36.33-28 11-17 1-1

 

De 1.32-28 18-22 opening behoort tot mijn 'ijzeren' openingsrepertoire. Gantwarg toonde zich weinig lovend. Ton Burgerhout heeft bij meerdere gelegenheden bewezen, dat de zwarte stand niet geheel zonder bezwaren is. Naast 5.34-29 beschikt wit over 5.34-30 en 5.31-26. Allemaal erg interessante openingen voor wit. De lastigste zet is 5.34-29. Tijdens de match Sijbrands - Andreiko om de wereldtitel in 1972 kwam de opening op het bord en schoot Andreiko een geweldige bok. De stelling na 5...19-23 6.28x19 14x34 7.40x29 10-14 8.35-30 20-25 9.30-24 is daarna uitvoerig bestudeerd en als buitengewoon onplezierig voor zwart te boek komen te staan.

 

De variant 5...20-25 6.39-34 19-23 7.28x19 14x23 8.32-28 23x32 9.37x28 16-21 10.41-37 11-16 11.37-32 is al wat ouder en staat eveneens niet als erg gunstig te boek. De bedoeling van zwart is om met 15-20-24 te hergroeperen. Tegen passieve witspelers gaat daar een groot verrassingseffect vanuit. In iets betere doen, was Bastiaannet een geschikte tegenstander geweest voor deze speculatieve zettenreeks. Direct 7...13-19 na de ruil 5...19-23 is boven komen drijven naar aanleiding van de partij Andreiko - Sijbrands uit 1972. Rob Clerc stelt zich daarna vaak op met 10-14 en 5-10. De halve hekstelling is zeker in deze situatie een wat mager plan. Het is niet eenvoudig om de zwarte korte vleugel beschaafd in het spel te krijgen.

 

Dit soort puinhopen had ik de afgelopen week meerdere keren op het bord. Ik denk dat Gantwarg (en Clerc) gelijk hebben. De zwarte opening speelt niet lekker. Even dacht ik, dat wit zich vergist had en dat zwart kon winnen met 29-24 en 18-23x41. Maar hij staat natuurlijk op slag, zodat wit met 36-31 de doorgebroken schijf kan arresteren. De opmars 13...10-14 is scherp. Na de partij toonde Bastiaannet spijt, omdat hij niet 14.44-40 had gespeeld. De afwikkeling 14.44-40 14-19 15.29-23 18x29 16.39-34 22-27 17.34x25 15-20 18.25x14 27-32 19.38x27 21x41 20.40-34 41-46 21.14-9 is het overwegen waard.

 

De partijvoortzetting 15.37-31 is een erg 'mooie' zet. Zelf zou ik hetzelfde effect nagestreefd hebben met 15.38-32. Echter dan is de ruil 15...21-27 16.32x21 16x27 speelbaar. Na 15.37-31 kan zwart alleen kiezen uit de ruil 18-23x23 en de terugruil 20-25x14. Na 15.37-31 5-10 16.38-32 20-25 17.29x20 25x14 kan zwart voorlopig de Roozenburg met 21-27x27 niet doorzetten, vanwege de afwikkelingen met 26-21 X. De ruil 15...18-23 kan nooit echt goed zijn voor zwart en is feitelijk een verkapt remiseaanbod. 

 

Zwart heeft rechts al iedere gedachte om te kunnen profiteren van de witte randschijf laten varen. Het plan is om met de achterlopen 14-20-25 gevolgd door 15-20-25 wat overbodig materiaal op de lange vleugel op te ruimen alvorens het klassiek een kans te geven. Schijf 6 staat verschrikkelijk. Maar noodlottig hoeft het voor een correspondentiedammer niet te zijn. De wilde actie 26.32-28 duidt erop, dat wit niet gelukkig was met zijn stelling. Veel logischer is niets doen met 26.44-39 in de hoop, dat de paniek toeslaat bij de zwartspeler.

 

 

 

 

Een zwartspeler, die wat wil zou op 26.32-28 reageren met 26...18-23. Echter na 27.44-39 23x33 28.38x27 3-8(?) 29.42-38 9-14 30.30-25 9-14 heeft zwart een puinhoop. Na tafel werd Arnaud Cordier door Anatoli Gantwarg ingemaakt na deze zettenreeks. De afwikkeling uit de partij vond ik niet erg voor de hand liggen, hoewel het natuurlijk de zwakte van schijf 6 vastlegt. Zelf had ik de variant 26.32-28 2-8 27.44-39 18-23 28.38-32 verwacht.

 

De ruil 28...17-21 29.26x17 12x21 is speelbaar, omdat de schijfwinst 30.31-26 faalt op 23-29. Echter ook de stand na 28...14-20 29.43-38 20-25 30.48-43 25x34 31.39x30 15-20 32.50-44 20-25 33.44-39 25x34 34.39x30 13-18 35.43-39 8-13 36.31-27 9-14 37.42-37 16-21 38.27x16 24-29 39.33x24 18-22 40.38-33 23-29 41.39-34 29x27 42.34-29  22x33 43.29x38 kwam tijdens de analyse op het bord. Arnaud Cordier kwam nog met 43...3-8 als mogelijke weerlegging. De zetjes ingeleid met 43.27-31 of 43.27-32 zijn te duur.

 

 

 

Een andere verschijnsel is de variant 35.31-27 8-13 36.42-37 23-29 37.27-21 16x27 38.32x21 18-22 39.28-23 19x48 23.30x8 48x31 24.36x7 3x1 25.21x12 9-13 26.26-21 6-11! =

 

Nog steeds heeft wit een betere positie. Het achtergebleven stuk op 6 baart voortdurend zorgen. De opbouw 30.42-37-32 uit de partij kon geen genade vinden in de ogen van Gantwarg. Natuurlijk moet je met wit af op de andere vleugel. Zwart kan zolang zijn tegenstander veld 32 niet betreed zijn probleem op de korte vleugel niet oplossen. Na 30.43-39 14-19 31.39-34 4-10 32.33-29 10-15  33.50-44 blijft zwart uiterst ongemakkelijk staan.