Schiedam - De wedstrijd tegen CEMA was in vergelijking met Maas 't Hoog een beetje een anticlimax. Opeens na vier uur spelen was alles over en stonden we met 12-8 voor. Beide ploegen zaten dit keer in lijn. Vier grootmeesters aan de eerste borden van ons waren goed voor 6-2. Waarbij de nederlaag van Sekongo tegn Cordier hoewel niet echt verrassend gezien zijn spel toch niet helemaal ingecalculeerd was. De rest van de borden hielden elkaar in evenwicht. Waarbij Anton verloor en Arie won. Ook het tweede wist een goed resultaat neer te zetten, terwijl het derde tot 10-10 kwam.

Dit is de slotstand van Sekongo tegen Cordier. Wit kan opgeven, omdat het broodnodige 44.47-41 faalt op het zetje 44...32-37 45.41x32 14-20 46.25x3 4-10 47.3x21 16x49 X. Overigens kan gemakkelijk zelf gecontroleerd worden, dat de forcing al zo'n half dozijn zetten daarvoor gezien werd en onvermijdelijk was. De openingsbehandeling van Sekongo geeft aanleiding tot wat hilariteit onder grootmeesters. Onderstaand de notatie, zoals ik mij die herinner van het naspelen. Er kan best hier en daar een zetje omgewisseld zijn.

 

Sekongo,L. - Cordier,A. Competitie, 30-10-2004
1.33-28 18-22 2.38-33 12-18 3.32-27 19-23 4.28x19 14x23 5.34-29 23x34 6.39x30 13-19 7.44-39 7-12 8.37-32 17-21 9.40-34 19-23 10.32-28 23x32 11.27x38 1-7 12.50-44 20-25 13.30-24 11-17 14.31-26 9-13 15.34-30 25x34 16.39x30 7-11 17.44-39 10-14 18.41-37 22-28 19.33x22 17x28 20.26x17 11x22 21.36-31 16-21 22.46-41 6-11 23.31-26 11-16 24.26x17 12x21 25.45-40 8-12 26.39-34 5-10 27.30-25 21-26 28.43-39 16-21 29.41-36 2-7 30.34-30 14-19 31.40-34 10-14 32.34-29 7-11 33.48-43 11-16 34.38-33 12-17 35.24-20 15x24 36.29x9 3x14 37.30-24 19x30 38.35x24 21-27 39.33-29 13-19 40.24x13 18x9 41.29-24 28-32 42.37x28 22x44 43.49x40 27-32

 

Het opkomen van schijf 36 kan weinig waardering oogsten. Het tweepootje 36, 31 is de sterke opstelling, waarmee wellicht nog wat tegenspel op de been te brengen is. De zet 30.48-43 werd gespeeld voor damgeef zetjes ingeleid met 29-23, 30-24, 39-33 en 38-33. Het zit er in de diagramstand ook in. Maar hier en later is geen enkele daarvan speelbaar, omdat wit altijd moet doorslaan naar 20. Bijgevolg is 30.48-43?? vrijwel de beslissende fout. 

 

Opmerking: Arnaud mailde me naderhand, dat de volgorde van de zetten 32.34-29 en 33.48-43 in de partij omgekeerd is geweest.

 

Arie van de Weteringh won zijn tweede partij op rij. In de diagramstand werd de doorbraak (26-31) 37x26 (36-41) 28-22 (41-46) genomen en wit gaf op toen bleek dat de uitslag van zijn partij er niet meer toe deed. Arie was blij en verbaasd over zoveel daadkracht. Waarschijnlijk is het eindspel echter nog houdbaar. Gisteravond kwam samen met Gantwarg, Cordier en Truus varianten als 26-21 (46-23) 22-17 (23x45) 39-34 (45x23) 17-11 (23-45) 11-7 (19-23) 7-2 (13-19) 2-7 (45-50) 7-1 (24-29) 35-30 (50-6) 30-24 (29x20) 27-22 (18x16) 1x15 (6-17) 15-29 (16-21) 29-38 (21-26) 38-21 op het bord.

 

Anton van Berkel daarentegen zat het wederom wat tegen. Hij moest tegen Altsjoel. Zijn opening zag er wat te ondernemend en geforceerd uit. In de diagramstand is het belangrijkste alternatief voor het gespeelde (24-30x30) de zet (2-8). Waarschijnlijk is de damzet 34-30 (17-21) 26x28 (27-32) 38x27 (14-20) 25x23 (18x47) 30x19 (13x24) 39-34 gevaarlijk. Truus speelde 34-30 (27-32) 37x28 (24-29) 33x24 (22x44) 49x40 (18-23) 43-39 (12-18) en het is spannend of zwart de schijf terug krijgt. Het is niet erg waarschijnlijk, dat een speler als Altsjoel een nuchtere zet als 34-30 wel aangedurfd had. Na het voor de hand liggende 37-32 (19-23) 32x21 (24-30) 35x24 (14-20) en (22-28) heeft zwart een redelijke stelling.

 

Aanvankelijk meenden de heren, dat zwart erg goed staat in de diagramstand na (11-16). De bedoeling is te sluiten op 37-32 gevolgd door 18-23x23. Bij nader inziens bleek ook dat plan tamelijk spannend. Na (11-16) 37-32 (16-21) 41-37 (18-23?) 29x18 (12x23) 34-29 (23x34) 49-44 of 32-28! heeft wit niets te vrezen. Op (3-8) i.p.v. (18-23x23) kan wit nog een zet wachten met 46-41 (15-20) 45-40 (18-23) 29x18 (12x23) 40-35 (20-24) 49-44. De damzet (23-29) 34x23 (7-11) 25x34 (22-28) 31x33 (24-29) 33x24 (13-19) 24x13 (9x49) 37-31 (14-19) 39-34 (8-12) is wat onduidelijk.

 

Anton speelde (15-20), wat werd beantwoord werd door 45-40! Het is niet helemaal duidelijk wat er daarna gebeurd is. Hij speelde al dan niet bewust (30-35) 49-44 en ontdekte tot zijn grote schrik, dat zowel het geplande 13-19 als 11-16 simpel verhinderd zijn. Hij offerde een schijf met (3-8) 37-32 (11-16x27) 41-37 (6-11) 37-32 (11-16x27) 46-41 (20-24) en (18-23). Hij lijkt ruim voldoende compensatie te hebben, maar hij verloor kansloos. In de diagramstand kwam Truus met (4-10) 49-44 (10-15). De geplande voortzetting 37-32 faalt dan op (2-8) 32x21 (22-28) 38-32? (28x37) 41x32 (14-19) X. Een andere variant is (4-10) 40-35 (10-15) 35x24 (22-28) 31x33 (18-23) =.

 

Zelf speelde ik tegen een jeugdspeler Edwin Heumen. Nog nooit van gehoord. Hij schijnt eens hoog geëindigd te zijn in een zomertoernooi. Maar was volgens Ron Heusdens niet gevaarlijk. Er was een groot elo verschil. Bijgevolg leek winst van de witspeler voor de hand te liggen en wenselijk. Het lukte niet. Na een moeizame opening slaagde zwart erin zich probleemloos staande te houden.

 

Luteyn,F. - Heunen,E. Competite, 30-10-2004
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 20-24 5.37-31 14-20 6.49-43 10-14 7.41-37 2-7 8.34-29 23x34 9.40x29 20-25 10.29x20 15x24 11.27-22 18x27 12.31x22 24-30 13.35x24 19x30 14.36-31 14-19 15.45-40 5-10 16.46-41 9-14 17.41-36 4-9 18.40-34 19-23 19.28x19 14x23 20.33-28 9-14 21.28x19 14x23 22.32-27 17x28 23.27-21 16x27 24.31x33 12-18 25.37-32 7-12 26.42-37 1-7 27.47-41 10-14 28.32-28 23x32 29.37x28 14-19 30.48-42 18-22 31.28x17 11x22 32.38-32 19-23 33.43-38 12-18 34.32-27 22x31 35.36x27 6-11 36.38-32 11-17 37.33-28 3-9 38.28x19 13x24 39.42-38 18-23 40.38-33 9-13 41.41-37 7-11 42.37-31 11-16 43.31-26 13-19 44.33-29 24x33 45.39x28 30x39 46.44x33 8-12 47.50-45 12-18 48.26-21 17x26 49.28-22 1-1 (1.26/1.58)

 

Een idee in de diagramstand is 39.44-40. De variant 39...18-23 40.40-35 9-13 42.42-38 13-18 43.38-33 8-12? 44.33-28 23-29 45.34x23 18x29 46.41-37 is goed voor wit. Zwart heeft echter tal van andere mogelijkheden. Ik was ervan overtuigd, dat na 39.44-40 hij bij goed spel beter zou staan. Gisteravond werd geprobeerd 8-13 en 18-22x22. Dat blijkt eveneens goed voor wit. Een ander verworpen idee in de diagramstand is 39.41-37. Zwart kan dan remise maken met 39...18-23 40.42-38 23-28 41.32x23 24-29 42.23-18 29x49 43.27-22 49x41 44.22x4 30-34 =.

 

Later is 44-40 wederom een idee. Echter hier kampt wit met het probleem, dat 42.44-40 faalt op 42...30-35 43.37-31 35x44 44.33-28 44x22 45.27x20 25x14 X. In het partijverloop besluit wit om remise te maken met 44.33-29. voor andere varianten heeft hij het verkeerde tempo. In de opening ziet het er nog goed uit. Zwart maakt meerdere opbouwfoutjes.

 

In deze bekende stand lijkt symmetrische antwoorden met 2-7? voor de hand te liggen. Toch is dat volgens Evert Bronstring niet de beste voortzetting. Hij en ook Gantwarg zijn tot de conclusie gekomen, dat ze dat stuk in de Hooglandvariant niet nodig hebben op de korte vleugel. Beter is de opbouw met 1-7. Echter in deze stelling ligt 5-10 meer voor de hand. Pas na 46-41 speelt zwart dan de zet 1-7. Een ander idee is 7...17-22 8.28x17 11x22 9.31-26 22x31 10.36x27 24-29 om zelf de Hoogland aanval te spelen. Merkwaardig genoeg zie je dat weinig in de praktijk.

 

Evert Bronstring heeft deze Hooglandopening uitvoerig bestudeerd. Er zijn vastloopvarianten, die bij de normale Hooglandopening in het voordeel van zwart uitpakken. Met gewisselde kleuren echter is dat precies omgekeerd. Wel is hij van mening, dat schijf 1 resp. 50 in de strijd moet worden geworpen. In de 1.32-28 opening is dat moeilijk te realiseren. Zetjes naar 49 hinderen de witspeler in de vastloopvariant, die ook om andere redenen niet erg aantrekkelijk is voor hem (hij heeft immers niet de laatste zet).

 

 

In deze stand heeft zwart een aantal alternatieven. Bekend is dat 9...17-22 10.28x17 11x22 11.46-41 5-10 12.32-28 18-23 13.28x17! slecht is en zwart bijna een stuk kost. De manoeuvre 9...17-22 10.28x17 12x21 11.27-22 18x27 12.31x22 werd vroeger veel gespeeld. De ruil 9...18-22 10.27x18 12x34 11.39x30 20-25 is hier niet aantrekkelijk, vanwege 28-23. Met de schijven 5 en 46 opgespeeld heeft wit na 44-39 een kansrijke opsluiting van de zwarte lange vleugel. De ruil 9...18-23 10.29x18 12x23 kan worden beantwoord met 11.28-22 17x28 12.33x22 23-29 of 24-29 met enorme verwikkelingen, die er redelijk gunstig uitzien voor wit.

 

Deze stelling met 1 op 2 is uitvoerig bestudeerd door Evert Bronstring. Zwart wil graag een hekstelling formatie neerzetten op de lange vleugel en hij zou graag 16-21 spelen. Na direct (16-21) 39-34 is het lastig voor zwart om de gewenste formatie op de lange vleugel nog te realiseren in verband met hielslagjes ingeleid met 33-29x39. De ruil 24-30 gevolgd door de aanval over veld 18 zal zelden tot resultaat leiden. Mocht het al niet lukken om het stuk op 22 rechtstreeks te verdedigen, dan nog komt hij met enige vertraging vanzelf weer terug door de ongelukkige opstelling van zwart na de schijfwinst op de korte vleugel.

 

Evert Bronstring adviseert om eerst de lange vleugel beter op te stellen en daarna pas met 16-21 op te komen. In de stand met schijf 1 op 2, 46 op 41 en 5 op 10 heeft zwart de aardige zet (14-20). De voortzetting 39-34 is dan verhinderd door de Haarlemmer. Dat geldt echter niet voor de huidige stelling. Toch is 12...14-20 13.39-34 9-14 best een idee om de omsingeling te starten. Het plan van Evert is de vastloopvariant: 12...14-20 13.39-34 9-14 14.45-40 5-10 15.34-29 10-15 16.43-39 16-21 17.46-41 4-9 18.36-31 21-26 19.41-36 17-21 20.31-27 11-16 21.40-34 7-11 22.44-40 12-18 en wit heeft niet de laatste zet. Echter in de situatie met 2 op 1 heeft wit de tussenzet 21.22-17.

 

Een hele reeks andere plannen zijn mogelijk vanuit de diagramstand. Met enige regelmaat zie je het verloop 12...16-21 13.36-31 21-27 14.46-41 etc. en wit heeft gemakkelijker spel. Met schijf 1 op 2 zou 36-31 niet kunnen. Het gespeelde 12...24-30 is op zijn minst gezegd wat onhandig. Met 36-31 blokkeert wit langdurig het opkomen van schijf 16.  

 

In deze stand heeft zwart de enige kans om met schijf 16 op te komen. Na 15...16-21 16.31-26 19-24 17.37-31 12-18 18.31-27 18-23 etc. ontstaat een aardige stelling. Op 15...16-21 16.31-27 21-26 17.27-21 19-23 18.28x19 17x28 19.32x23 26x17 20.40-35 13x24 21.33-29 ontstaat wederom een aardige stelling. De witte voorposten staan niet echt lekker. Meer voor de hand ligt 15...16-21 16.46-41 21-27 (of 21-26) met gemakkelijker spel voor wit.

 

 

 

De inbraak 19-23 zie je wel vaker in dit soort standen. Hier is het alleen de laatste redding. De opbouw 18...14-20 en 10-15 vond ik meer voor de hand liggen. In de partij zat ik mij af te vragen, wat het resultaat zou zijn van 18...14-20 19.33-29 17-21 20.31-27 10-15 21.38-33 12-18 22.42-38 7-12 23.44-40 30-35 24.50-44 20-24x24. Dat ziet er erg goed uit voor zwart. Op 18...14-20 19.34-29 20-24 20.29x20 25x14 staat de formatie 10,14,19 er weer met opnieuw de dreiging 19-23x23.

 

Wit heeft meerdere ideeën om de ruil 18...19-23 19.28x19 14x23 uit de partij tegen te spelen. Van de partijvoortzetting had ik mij iets meer voorgesteld. Een ander idee is 20.47-41 17x28 21.33x22 9-14 22.32-28 23x32 23.37x28 16-21 met allerlei verwikkelingen. Ook speelbaar is 20.33-29 17x28 21.29x18 12x23 22.32-27.


In deze stand hebben beide spelers gekeken naar de mogelijkheid 22.44-40 17x28 23.40-35 16-21 24.35x24 12-18 25.31-27? 11-16! met een vrijwel gewonnen stelling voor zwart.