Schiedam - De eerste wedstrijd werd een stralende 7-13 overwinning tegen Angarde. De werkelijkheid van de wedstrijd was helaas wat anders. Zonder Rob Clerc zag het er tot een half uur voor de eerste tijdcontrole zondermeer somber uit. Aan de eerste twee borden hadden Arnaud Cordier en Frits Luteijn eigenlijk een remiseopdracht. Ook Ton Burgerhout zat niet echt voor een overwinning. Zonder deze verrassende overwinningen hadden we zelfs niet gewonnen. De hele opstelling pakte hoogst ongelukkig uit. Normaliter had de overwinning echt aan een zijden draadje gehangen. Niemand kon er vooraf rekening mee houden, dat spelers als Harm Wiersma, Wiebe van Wijk en Toby Hage zich zouden verslikken en vervolgens onvoldoende van zich af zouden bijten in de verdediging. De nederlagen van Arie van de Weteringh en Anton van Berkel onzerzijds waren niet helemaal ingecalculeerd.

Zelf trof ik een tegenstander, waar ik normaliter veel moeite mee heb. Het vierde uur, waarin de jongere spelers opleven werd gedurende de hele partij gevreesd. Maar de dertig jaar leeftijdsverschil bleek nergens in deze fase. Het hielp natuurlijk wel een beetje, dat ik bijna een uur tijdvoorsprong had toen de gevreesde dunne stand op het bord kwam. Rustig nadenken over een dozijn verschillende eindspelen in de confortabele wetenschap, dat verliezen geen optie was. Maar tot vrij laat in de partij kon Wiebe gewoon remise maken. Met een paar minuten op de klok ziet hij het kennelijk niet meer. Arnaud wees mij er nog op, dat ik een betere kans heb laten liggen. Ik hou wel van tegenstanders, die met enige regelmaat een steekje laten vallen.

Frits Luteijn - Wiebe van Wijk  2-0      1.57   2.01
01.33-29 19-23 15.28*19 14*23 29.40-35 14*23 43.23-19 24-29
02.35-30 20-25 16.38-33 07-11 30.27-22 18*27 44.34*23 13*24
03.40-35 14-19 17.33-28 02-07 31.29*09 04*13 45.28-22 12-17
04.30-24 19*30 18.28*19 17-22 32.37-31 26*28 46.22*11 16*07
05.35*24 17-22 19.43-38 22*31 33.33*31 01-07 47.37-32 07-12
06.31-27 22*31 20.36*27 07-12 34.39-33 10-14 48.31-26 12-17
07.36*27 11-17 21.46-41 11-17 35.33-28 14-20 49.48-43 08-12
08.38-33 06-11 22.41-36 17-22 36.45-40 20*29 50.43-38 21-27
09.43-38 17-21 23.39-33 22*31 37.34*23 07-12 51.32*21 17-22
10.44-40 21-26 24.36*27 12-17 38.38-33 15-20 52.38-33 25-30
11.50-44 11-17 25.47-41 17-22 39.33-29 05-10 53.23-19 24*13
12.41-36 17-21 26.41-36 22*31 40.40-34 10-15 54.35*24 12-18
13.49-43 12-17 27.36*27 03-09 41.42-37 20-24 55.24-20
14.33-28 09-14 28.44-39 09-14 42.29*20 15*24

Twintig jaar geleden heb ik een boek geschreven over het Drostsysteem. Indertijd werd al opgemerkt, dat onderhavige opening een variatie is, die in menig opzicht in het voordeel van de witspeler is. Hij staat immers twee tempi naar voren, heeft een stuk meer op de lange vleugel voor de verdediging van schijf 27 en het zwarte stuk op veld 5 doet niets in de meeste varianten. Toch is de zwarte stand niet echt hopeloos. Doordat veld 5 bezet is, zitten allerlei plakkers naar veld 5 met rondslag er niet in. Om het gewenste spelbeeld te bereiken moet wit allerlei bloedige tempo's spelen. Weliswaar loopt wit nauwelijks serieus gevaar, maar na een klein opbouwfoutje bleek afdoende voordeel moeilijk te bereiken. 

Wit moet in diagram 1 een belangrijke beslissing nemen. Na 10.45-40 neemt zwart ongetwijfeld de twee om twee naar veld 45 en gevreesd moet worden, dat de zwartspeler zich daarin best thuis voelt. Echter het scherpere 10.44-40 heeft als consequentie, dat wit alle los en vast zittende tempi zal moeten uitspelen om een stormloop op zijn voorpost te vermijden. Als wit te vroeg op schijf 23 loopt met 33-28, dan gaat zwart terug met de ruil 18-22x24 en begint een run op schijf 24. Deze is weliswaar te houden, maar dat gaat wel ten koste van ernstige verzwakkingen op de korte vleugel.

In diagram 2 besluit ik tot het bloedige 13.49-43. Alternatieven zijn 46-41, 47-41, 48-43, 33-28 en 40-35. De voortzetting 40-35  (25-30) is niet best. Het opspelen van schijf 46 of 48 geeft na 12-17 en 7-11 damdreigingen. Schijf 47 opspelen geeft het Wiersma tegenoffer (27-22) uit handen. Na 33-28 (1-6) 28x19 (18-22) 27x18 (12x14) staat schijf 24 onder druk. Hij gaat weliswaar niet verloren, maar zwart kan linea recta remise maken als hij dat wenst. Na 13.49-43 kan zwart proberen met 13...1-6 de druk tegen schijf 24 te handhaven. Opgemerkt werd, dat na 14.40-35 6-11 15.47-41 11-17 16.37-31 het er goed uitziet voor wit. Maar hoe het verder moet na 15...12-17 is mij niet geheel duidelijk. Schijf 35 staat helemaal verkeerd en de aanval tegen schijf 27 blijft voortduren en kan alleen met de wat kreupele finesse 38-33 en 37-31 een halt toe worden geroepen met groot positievoordeel voor zwart. Ik denk dat 13...1-6 zeker een alternatief is voor zwart.

In deze stelling heb ik enige tijd nagedacht over de verschillen tussen 38-33 en 39-33. In de partij kwam ik tot de conclusie, dat er eigenlijk geen verschil was. Daarom wilde ik mogelijke conbinaties naar veld 50 geen kans geven. Achteraf echter geef ik toch de voorkeur aan 16.39-33. Het Wiersma tegenoffer 27-22 beperkt zwart in zijn tegenspel, hoewel het in het partijverloop niets had uitgemaakt. De variant 16.39-33 7-11 17.33-28 2-7 18.28x19 17-22  19.40-35? 22x31 20.36x27 7-12 21.46-41 11-17 22.41-36 17-22 dwingt wit tot een tempozet, waarmee het Wiersma tegenoffer onspeelbaar wordt. Bv. 23.43-39 22x31  24.36x27 1-6 en de vereiste steunpunten voor het tegenoffer moeten opgegeven worden. Maar na 16.38-33 heeft zwart alternatieven, die er na 39-33 niet zijn.

Zelf zou ik diagram 4 zonder aarzelen 21...12-17 hebben gespeeld. Niet iedere witspeler is zo koelbloedig om gewoon 22.39-33 te spelen. De damzet 8-12, 15-20, 4-9x50 is natuurlijk veel te duur. Een aarzelende witspeler wordt na 22.41-36  1-6  34.39-33 onder gunstiger omstandigheden het slachtoffer van deze afwikkeling. Hoewel hij erg duur blijft. Veel meer voor de hand ligt echter het Wiersma tegenoffer 21...12-17  22.27-22  18x27  23.29-23. Na 23...1-7 24.41-36 7-12 25.39-33 13-18  ontstaan er wellicht voor zwart gunstige spanningen. Een bezwaar van 21...12-17 is het tempo 22.41-36. Na 22...1-6  23.27-22! 18x27 24.29-23 staat wit strategisch gewonnen. Na 21...12-17  22.41-36  17-22 ontstaat de partijvariant.

De zet 27...3-9 was toch wel een verrassing voor mij. Ik had al berust in 27...1-7 28.44-39 7-12 29.19-14 10x30 30.29-23 18x29 31.33x35 met waarschijnlijk onvoldoende voordeel voor wit om echt op winst te mogen hopen.  De actie met 19-14 is de enige manier om de aanval tegen schijf 27 te stoppen. Na bijvoorbeeld 28.40-35 loopt schijf 1 naar veld 22. Echter na het gedwongen 28.44-39 (9-14) kan ik niet opvangen met 33-28, vanwege 15-20 X. Ook de wending 27...3-9 28.44-39 9-14 29.24-20 14x23 30.29-24 25x14 31.24-19 13x24 32.37-31 26x28 33.33x2 21x43 34.2x35 43-49 is niet best voor wit. Daarom besloot ik tot de partijafwikkeling, die tot mijn verrassing nog alleszins redelijk spel gaf. 

Hoewel er nauwelijks sprake is van ontwikkelingsvoorsprong wordt de ongelukkige witte korte vleugel behoorlijk gecompenseerd door de even zo ongelukkige opstelling van de zwarte lange vleugel. Voorts heeft zwart weinig formaties. Als hij zonder slag of stoot wit toelaat op de velden 27 en 28, dan wordt hij doodgedrukt. Ook heeft wit zetjes, waarbij schijf 21 naar 43 gaat en de kroonschijf door de zwarte stelling heenslaat. Een idee is 35...13-18  36.38-32 5-10 37.31-27 18-23 38.28x19 14x23. Maar dan is 39.27-22 vervelend. Nog steeds dreigen allerlei zetjes vanaf veld 48. Na 39...21-26 40.32-27 7-11 41.42-38 8-13 42.38-33 slaat de witte aanval door.

In deze stelling was ik erg blij met de het uurtje voorsprong op de klok. Zwart heeft mijns inzien voldoende verdediging, maar het is erg ingewikkeld. Hij probeert kennelijk nog te winnen, waardoor ik mijn positie kan consolideren. Twee zetten komen in deze stelling in aanmerking, t.w. 38-33 en 40-34. Na 38.40-34 13-18 39.34-29 15-20 kan wellicht 40.38-32 20-24 41.29x20 18x29 42.20-14. Na 42...8-13 is het echter remiseachtig. Op 40.29-24 kan zwart met schijf 18 slaan. In de variant met 38 naar 29 is dat minder voor hem, zodat er nog wat te spelen valt. Een ander bezwaar van 38.40-34 is de reactie 38...15-20. De variant 39.38-33 13-18 40.23-19 5-10 41.33-29 10-14 42.19x10 20-24 kon in de partij ook, maar werd door mij als een simpele remise getaxeerd en ontweken.

Zwart doet met 39...5-10 een ultieme winstpoging. Aangewezen was 39...13-18 40.29-24 20x29 41.23x34 8-13 etc. met remise. De volgende zet 40...10-15 doet een uiterst kritische stelling ontstaan. Met 40...10-14 en 13-19 krijgt hij m.i. meer tegenspel. In diagram 8 heeft wit 2 voortzettingen, t.w. 31-26 en 42-37. De zet 31-26 doet iets tegen de dreiging (42-38?)  12-17 met de dreiging 13-18 en 21-26x36. Echter op 41.31-26 12-17! dreigt zwart zich te herstellen met 17-22x12 gevolgd door 16-21x21. Daar kun je als wit nog wat tegen doen met 42.34-30x40. Maar bij nader inzien leek mij het eindspel 41.42-37 13-18  42.35-30 12-17 43.23x3 21-26 44.3x21 16x36 45.48-42 20-24 46.30x19 26-31 47.37x26 36-41 48.28-22 perspectiefrijk.

Dit is een belangrijk moment. Zwart heeft mij zojuist de extra mogelijkheid 48.31-26 gegeven. Ik kon de verleiding niet weerstaan, hoewel het dus remise blijkt te zijn. Het alternatief is 48.31-27 21-26 49.32-28 8-13 50.28-22 25-30 51.23-19 26-31 52.19x17 31-37. Dit eindspel is eveneens remise, maar je moet m.i. tijdig met schijf 30 lopen. De variant 53.17-12 30-34 54.12-7 34-39 55.7-1 37-41 56.1-40 41-47 57.40-49 47-29 doet zwart doorbreken naar een tweede dam. De zet (48.31-26) 12-17 is de enige. Na 48...25-30 49.26x17 12x21 50.23-19 24x13 51.35x24 13-18? 52.24-19 18-22 53.19-14 22-27 54.14-10 27x38 55.10-4 biedt geen enkele tegenstand (51...8-12  25.24-20 13-19 is beter).

In diagram 10 mist zwart een duidelijke remise met 49...8-13! De ene pointe is 50.43-38 25-30 51.23-19 24-29 etc. De andere is 50.43-39 24-29 51.23x34 13-18 52.39-33 18-22  53.34-29 22-27 54.32-28 17-22 55.28x17 21x12 56.33-28 12-17 en zwart is niet van veld 47 weg te houden met de dreiging 25-30. In de partij heb ik de extra mogelijkheid 50.43-38 wel. Maar ook dat is waarschijnlijk nog remise met 49...8-12 50.43-38 12-18 51.23x12 17x8 52.26x17 25-30 53.17-11 30-34. Met twee varianten: 54.38-33 24-30 55.35x24 34-40 56.11-6 40-44 57.6-1 44-49 58.32-28 49-35 59.24-20 35-13 met meervoudige dreiging (veld 36 is sterk) respectievelijk 54.11-6 34-39 55.6-1 39-44 56.1-6 44-49 57.6-44? (6-33 en 6-39 zijn beter) 49x40 58.35x44 24-29 met remise.