Frits Luteijn - Henk Klarenbeek
0-2
01.32-28 17-22 19.41-37 10-15 37.49-43 10-14 55.28-23 24-29
02.28*17 11*22 20.37-32 03-08 38.43-38 13-19 56.23*34 43-49
03.37-32 12-17 21.42-37 04-10 39.32-27 15-20 57.34-29 49-32
04.31-26 06-11 22.50-44 01-06 40.44-39 20-24 58.45-40 32-16
05.36-31 08-12 23.28-22 18*27 41.38-32 18-23 59.29-24 16-32
06.32-27 16-21 24.32*21 11-16 42.33-28 14-20 60.40-35 32-23
07.27*16 22-28 25.37-32 16*27 43.37-31 20-25 61.26-21 23*07
08.33*22 18*36 26.32*21 19-23 44.39-33 25-30 62.21-17 07-23
09.41-37 19-23 27.33-28 23*32 45.31-26 09-13 63.24-20 13-18
10.39-33 14-19 28.38*27 20-25 46.40-34 30*39 64.35-30 23-05
11.44-39 10-14 29.43-38 14-20 47.33*44 23-29 65.17-11 18-22
12.38-32 12-18 30.38-32 24-29 48.27-21 29-34 66.30-24 22-28
13.42-38 07-12 31.34*23 25-30 49.32-27 24-29 67.20-15 05-23
14.16*07 02*11 32.35*24 20*18 50.27-22 19-24 68.47-42 28-32
15.46-41 05-10 33.39-33 06-11 51.22-17 34-39 69.24-20 32-37
16.48-42 20-24 34.21-16 17-22 52.44*33 29*38 70.42*31 36*27
17.32-28 23*32 35.16*07 22*31 53.17-12 08*17
18.37*28 15-20 36.26*37 12*01 54.21*12 38-43
Rob Clerc had in zijn rubriek van zaterdag een partij uit het dameswereldkampioenschap, waarin zwart in grote moeilijkheden kwam
na zoiets als 12...13-18 13.42-38 09-13 14.33-28 20-24 15.39-33
04-09 16.49-44 05-10 17.44-39 15-20 18.46-41 10-15 19.50-44
02-08 20.48-42 etc. en zwart heeft geen goede voortzetting.
In de partij werd 20...20-25 21.34-29 23x34 22.40x20 15x24
23.32-27 18-22 24.27x18 12x32 25.37x28 gespeeld en zwart verloor.
Na 20...24-29 verliest 21.35-30 gevolgd door 39-33 een schijf.
Het enige alternatief is 20...1-6 21.34-29 23x34 22.40x29
17-22 23.28x17 11x22 24.32-28 12-17 met kansen.
Een alternatief in de opbouw na 12...13-18 is schijf 2 naar 13.
Dan is het allemaal wat minder erg als je op de 20ste zet 20-25
speelt. Ook heb je in b.v. 20...3-8 nog een laatste tempozet (?!?)
Helaas liet Henk het niet op een reprise van deze partij aankomen.
Hetgeen hij kiest is overigens ook behoorlijk bezwaarlijk. De korte
vleugel heeft te kampen met een ernstig gebrek aan materiaal.
De opbouw van wit heb ik eerder gedaan in een correspondentie
dampartij. Zoals ik alles in deze opening al meerdere keren op het
bord heb gehad. Een belangrijk moment is 16...20-24. Daarna kan
wit met het ruiltje 32-28x28 de slechte schijvenverdeling bevriezen.
Een alternatief is de ruil 16...23-28xx28.
Dit zou hij wellicht kunnen voorbereiden met 16...3-8 17.50-44(?)
23-28xx28 en de 35-30 kan beantwoord worden met 20-24x23.
Echter na 16...3-8 begint 17.32-27 wat te worden. Na 16...20-24
is de witte ruil 17.32-28 23x32 18.37x28 beter dan 17.50-44.
Na 17.50-44 kan 23-28xx28. Maar ook is zwart dan een zet
eerder op veld 21, waardoor een gevaarlijke omsingeling dreigt
te ontstaan in variant 17.50-44 3-8 18.32-28(?) 23x32
19.37x28 15-20 20.41-37 10-15 21.38-32 17-21x21.
Een alternatief is de bekende opbouw met 16...20-24 17.34-30 14-20
18.30-25 10-14 19.32-27. Met 50 op 44 heeft wit last van
de prik 23-29. Echter zwart kan terugduwen met 19...17-22.
Na b.v. 19...11-16 20.37-32 3-8 21.50-44 17-22 zit de
bekende combinatie 22.26-21, 21-17, 42-37, 32-28 erin.
Het hele idee met opmars naar 25 is verder matig voor wit.
In het partijverloop hoeft wit eigenlijk nauwelijks bezorgd
te zijn over zetjes naar 46 of 47. Op b.v. 18...18-23(?) kan
hij straffeloos 19.38-32 spelen. De damzet naar 46 is veel
te duur. Na 18...18-23 19.38-32 11-16 20.41-37 doet
het zetje ingeleid met 20...36-41 ook niet veel.
Wit moet op de 23ste zet de benen nemen. Anders wordt
de zwarte omsingeling gevaarlijk. Er dreigt 17-21x21. Na
23.34-29 slaat zwart toe met 23...17-21 24.26x17 11x22
25.28x17 12x21 26.32-28 20-25 etc. Na het gespeelde
23.28-22 heeft zwart meerdere alternatieven.
Een idee is 23.28-22 17x28 24.33x22 18x27 25.32x21
11-16 26.37-32(?) 16x27 27.32x21 24-29x28 en wit
is de controle kwijt op de lange vleugel. Wit speelt natuurlijk
26.21-17 12x21 27.16x27 en na 27...8-12 is de stand
een beetje uitgewoed.
Een volgend idee is na het dubbel slaan de ruil 25...24-29
26.34x23 19x28. Wit mag er niet achter met 27.21-16,
vanwege 12-17, 28-32 en 8-12 met doorbraak. Zwart
kan dat er langdurig inhouden, zodat er een soort aanval
kan ontstaan. Ook kan na dubbelslaan 25...19-23 =.
Het enkel slaan ligt minder voor de hand, maar is ook goed
speelbaar. Direct 23.28-22 18x27 24.32x21 19-23 is een
beter idee. Na 25.21-16 13-18 zit er niets zinnigs in voor wit.
Het spel verloop bevat wat grapjes.
Geregistreerd werd door beide spelers, dat de zwarte voortzetting
28...13-18 wellicht bezwaarlijk is. Wit kan reageren met 29.21-16.
De schijfwinst 29...17-21 30.26x17 12x32 geeft een dammetje
ingeleid met 47-41 gevolgd door de dreiging 16-11 X. Ook dreigt
na 28...13-18 29.21-16 9-13 30.16-11. Ook 28...13-18 29.21-16 17-22 30.26-21-17 etc. is op zijn best remise voor zwart.
Na de partij werd opgemerkt, dat i.p.v.
30.38-32 hij de zet 30.39-33
vervelender had gevonden. De manoeuvre 30...6-11 31.21-16 24-30
werkt niet, vanwege 18-12 of ook 27-21! na het slaan. Evenwel de
opbouw 33...13-18 34.44-39 9-13 35.33-28 10-14 etc. is in
orde voor zwart. Na 35.49-43 moet weliswaar 24-29xx29, maar
dat is houdbaar. Het was dus inderdaad een betere kans geweest.
Na de afwikkeling lijkt wit heel behoorlijk te staan. Schijf 36 staat
volledig geïsoleerd van de rest van de zwarte stukken. Toch is de
witte stand minder goed dan hij eruit ziet. Om op de korte vleugel
door te breken moeten twee stukken een ongelooflijke reis maken,
terwijl er sprake is van een flinke ontwikkelingsachterstand.
In feite moet wit zich meer bezorgd maken over de aanval tegen
zijn korte vleugel, die minstens een vijftal zetten eerder komt. De
vrijwel beslissende fout is 41.38-32. Het stuk op 38 is nodig voor
de verdediging. Na tijdnood begint ook zwart fouten te maken.
Hij rekende een half uur op de 51ste zet en koos de verkeerde.
Veel gemakkelijk wint 51...24-30. Hij vreesde voor 52.17-11
29-33 53.28x39 34x43 54.44-39 55.43x34 55.11-7 1x12
56.21-17. Dat is natuurlijk onzin. Truus komt nog met 52.28-23
29x18 53.17-11 18-22. Zelf heb ik aandacht besteed aan
52.28-23 29x18 53.44-40 34-39 54.40-34 en 52.28-22
gevolgd door 29-33 resp. 30-35 en 29-33. Hopeloos...
De zaak, waar in het eindspel omgaat is of zwart
in een variant als 55.28-22 43-49 56.22-18 13x22 57.12-8 serieuze winstkansen heeft. Hij heeft alvast geen gemakkelijke
doorloop naar een tweede dam. Als hij er eentje geeft ontstaat
een ingewikkeld eindspel. Zolang schijf 45 niet te ver op kan
rukken, mag hij wellicht zelfs de lange lijn prijs geven.
De zet 55.28-23
creëert een hoop verwarring en was tevens
gebaseerd op verkeerd rekenwerk. Naderhand werd aangegeven,
dat zwart in diagram 10 kan winnen met 58...32-14!. Er dreigt dan 14-3, terwijl
wit na 26.26-21 13-18 de lange lijn niet meer overkomt.
In de partij schiet ik nu nogmaals een verschrikkelijk bok. Na 58...32-16?
59.29-24!(niet 29-23, 16-2) 16-32 60.26-21 32x16 61.24-19 13x24 62.12-8 16-49 64.40-35 24-29 65.8-3 komt zwart nooit meer verder.
Ik meende dat 60.40-35 nog meer remise was, maar vergat 32-23 X.